In het eerste deel van deze reeks bekeken we het bredere geopolitieke plaatje bij de oorlog in Oekraïne. Vandaag gaan we dieper in op de Amerikaanse belangstelling voor Oost-Europa.
Georges Soros en de CIA doen hun intrede in Oost-Europa
Het einde van de Sovjet-Unie bracht hoop in de wereld: de Koude Oorlog was gedaan. Eindelijk kon het Westen normale betrekkingen aangaan met Rusland. Maar toch liep het fout.
Meteen na de ineenstorting van de communistische regimes spande het Westen zich in om westers gezinde elites aan de macht te brengen in het Oosten. Eén van de sleutelfiguren in dit spel was Georges Soros, die met zijn Open Society Institute de Central European University oprichtte. Deze universiteit werd belast met het opleiden van een nieuwe elite voor de landen in Oost-Europa en Rusland zelf. Soros werd daarbij geholpen door de voorzitter van de Federal Reserve van de VS Paul Volcker; de vicevoorzitter van de Citibank Anno Ruding en Harvard-professor Jeffrey Sachs. Het initiatief kreeg ook de steun van onder meer het United Institute for Peace, de National Endowment for Democracy en de Ford Foundation. De twee laatsten zijn nauw gelieerd aan de Amerikaanse inlichtingendienst, de CIA. Ook Soros zelf stond in nauw contact met de CIA (net zoal hij nauwe banden heeft met de Rothschilds via zijn hefboomfonds Quantum). In 1987 – toen Gorbatsjov nog aan de macht was in de Sovjet-Unie – werkte hij samen met het Institute for East-West Security Studies, één van de vele aan de CIA verbonden niet-gouvermentele organisaties (NGO’s).

In het kielzog van de Westerse NGO’s streken de oligarchen neer in het Oosten (ja, ook het Westen heeft haar oligarchen!). Ook hierin speelde Soros een hoofdrol, samen met de eerder genoemde Jeffrey Sachs, een Wit-Russische Jood met Amerikaans paspoort. Sachs was de bedenker van de ‘shocktherapie’, die tot doel had de zieltogende postcommunistische economie op een snelle manier volledig te liberaliseren en te privatiseren. Soros sprong meteen op de kar: hij nodigde zijn vrienden uit om in Oost-Europa spotgoedkope bedrijven en andere activa op te kopen. Bovendien werden Oost-Europese munteenheden, waaronder de Poolse zloty, het voorwerp van speculatie voor Soros en co. Een professor van de universiteit van Washington, Kazimierz Poznanski, berekende dat door de oneerlijke praktijken van de Westerse oligarchen Polen voor $ 80 miljard lichter werd gemaakt.
In Rusland ging het er niet anders aan toe. Reeds tijdens de eerste marktliberaliseringen onder Gorbatsjov smokkelden jonge Russische (maar dikwijls met een Joodse achtergrond) zakenlui Westerse goederen het land binnen die ze verkochten met woekerwinsten. Ze onderhielden goede connecties met overheidsfunctionarissen, waardoor ze aan spotprijzen – of zelfs gratis – in het bezit kwamen van staatseigendommen. Onder het zwakke beleid van Boris Jeltsin konden zij naar hartenlust belastingen ontduiken. Geen wonder dat ze in 1996 de herverkiezing van Jeltsin financierden. Onder Poetin werd het kaf van het koren gescheiden. Daarvoor moest hij pragmatisch te werk gaan: hij kon (en kan) niet zonder de steun van de oligarchen, daarvoor was (en is) hun economische invloed te groot. Maar oligarchen die teveel sympathiseerden met het Westen en die zijn politieke plannen wilden dwarsbomen, zoals Boris Berezovski en Michail Chodorkovski, kregen te maken met gerechtelijke vervolgingen. Wie meewerkte met zijn politieke en economische plannen, mocht blijven.
Uitbreiding van de NAVO naar het Oosten
De NAVO zat ondertussen ook niet stil. De NAVO was opgericht om de wereld te verdedigen tegen het communistische Sovjet-Rusland, maar bleef na de val van het communisme verder bestaan. James Baker, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de VS, beloofde de laatste president van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, tijdens een reis naar Moskou in 1990 dat de NAVO ‘geen inch‘ zou uitbreiden naar het Oosten, en hij was niet de enige die dat beloofde. Maar die belofte werd gebroken: onder het bewind van Bill Clinton begon de NAVO haar machtsbereik uit te breiden tot in de voortuin van het postcommunistische Rusland, waar totaal geen dreiging meer van uitging. Dat gebeurde in drie golven. De eerste golf was in 1999, met de toetreding van Polen, Tsjechië en Hongarije. De tweede golf was in 2004, met Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en Bulgarije. Met de derde en laatste golf kwamen Kroatië en Albanië aan de beurt. Dat was in 2009. Rusland liet alles begaan, zij het niet van harte. Sinds de uitvinding van de atoombom is het immers van essentieel belang dat raketten zo dicht mogelijk bij de vijand worden geplaatst: first strike capacity. Elke minuut, elke seconde dat een raket onderweg is kan het verschil maken tussen de oorlog winnen of verliezen. Wat was de NAVO van plan?

Dan kwam het keerpunt tussen Rusland en het Westen. Op de NAVO-top van april 2008 in Boekarest kondigde het Westerse militaire bondgenootschap trots de volgende boodschap aan: ‘NATO welcomes Ukraïne’s and Georgia’s Euro Atlantic aspirations for membership in NATO. We agreed today that these countries will become members of NATO.’ Er was dus een akkoord bereikt om Oekraïne en Georgië in de toekomst lid te maken van de NAVO. Dit was een brug te ver voor Moskou. Poetin antwoordde dat NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië een bedreiging vormt voor Rusland. Zelfs de Duitse bondskanselier Merkel pruttelde tegen en zei dat dit scenario hét recept is voor een ramp. Maar de Duitsers zijn het al lang verleerd om voor zichzelf op te komen en vervielen al snel terug in hun vazallenrol.
In Oekraïne was het al een tijdje hommeles. Op het einde van 2004 vond de Oranje Revolutie plaats, een volksopstand tegen de verkiezingsuitslag, waarbij de Westers gezinde Viktor Joesjtsjenko het nipt moest afleggen tegen de Russisch gezinde Viktor Janoekovitsj. Uiteindelijk kwam Joesjtsjenko als overwinnaar uit de bus. In 2010 werd opnieuw Janoekovitsj president van Oekraïne.
In 2013 probeerde de EU een associatieverdrag met Oekraïne af te sluiten (zonder de Russen daarin te kennen), maar wel onder voorwaarde dat de Oekraïners komaf maakten met de welig tierende corruptie in hun land. De zittende president Viktor Janoekovitsj weigerde. Even later onderhandelde hij met Poetin, die hem een lening van omgerekend € 13,7 miljard wilde toekennen, plus 33 % korting op de aankoop van Russisch gas. Janoekovitsj hapte toe, en vanaf dan begonnen de protesten op het Maidan-plein in Kiev. Die escaleerden. Er vielen tientallen doden. Op 22 februari 2014 bereikte het protest haar hoogtepunt: het parlement werd bestormd door anti-Russische manifestanten en er werden schoten gelost, waarbij er weer doden vielen. Janoekovitsj nam de wijk naar Rusland, nadat de Oekraïense inlichtingendienst had vernomen dat er huurlingen waren geronseld om hem om te brengen. De eerstvolgende verkiezingen na de Maidan-revolutie werden gewonnen door de pro-Westerse oligarch Petro Porosjenko, onder meer eigenaar van de populaire nieuwszender Kanal 5.
Oekraïne: ‘De meest flagrante staatsgreep in de Amerikaanse geschiedenis’
De Oranje Revolutie en de protesten op Maidan kwamen er niet zomaar. Geen enkele revolutie kan slagen zonder de nodige financiële en logistieke bijstand. Wat opviel bij de verschillende ‘kleurenrevoluties’ – Georgië in 2003, Oekraïne in 2004 en Kirgizië (2005), alsook bij de verschillende revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika – is dat er steeds dezelfde methodes werden gebruikt. Het gaat om revolutionaire niet-gewelddadige technieken, hen aangebracht door de Amerikaan Gene Sharp van het Albert Einstein Institute en door het Center for Applied Nonviolent Action and Strategies (CANVAS), gehuisvest in Belgrado en gefinancierd door Georges Soros.

Achter de schermen van de Oranje Revolutie en de opstand van Maidan opereerden Amerikaanse NGO’s, die niet zelden mantelorganisaties zijn van de CIA. De belangrijkste onder die NGO’s is ongetwijfeld de National Endowment for Democracy (NED), dat sinds Maidan de pro-Westerse krachten in Oekraïne steunde met niet minder dan $ 22,4 miljoen. Tijdens de Maidan-revolutie diende het rijkelijk vloeiend Amerikaanse geld om activisten te betalen en om de kampeerders op Maidan te voorzien van duizenden tenten, dekens en warme maaltijden.
Ook Freedom House is een mantelorganisatie van de CIA. Ten tijde van de Oranje Revolutie werd de organisatie geleid door James Woolsey, eerder baas van de CIA onder Bill Clinton. Freedom House dient als instrument voor de Amerikaanse overheid om aan regime change in het buitenland te doen. Ook USAID, een Amerikaanse overheidsorganisatie voor ontwikkelingshulp, was achter de schermen aanwezig om de Oranje Revolutie financieel te ondersteunen. De CIA zelf maakte honderdduizenden dollars vrij om een internet-platform op te richten, lobbygroepen te creëren en verkiezingskandidaten te trainen.
Het kan niet anders of ook hooggeplaatste VS-politici verrichtten werk achter de schermen. Reeds begin 2014 dook er een uitgelekt telefoongesprek op tussen de toenmalige viceminister van Buitenlandse Zaken, Victoria Nuland, en de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne, Geoffrey Pyatt, waaruit duidelijk blijkt dat de Amerikanen zich rechtstreeks mengden in de keuze voor een nieuwe Oekraïense regering en dat huidig president Joe Biden – hij was toen vicepresident onder Obama – in de coulissen klaar stond om naar Oekraïne af te reizen om zijn steun te betuigen. Voordien was de republikeinse senator John McCain al in Kiev geweest om zijn solidariteit te betonen. Victoria Nuland zelf liet zich drie maal opmerken tijdens de Maidan-protesten. Op 5 december 2013 deelde ze koekjes uit aan de manifestanten en betuigde ze haar steun voor hun zaak. Noteer dat de echtgenoot van Nuland, de neoconservatief Robert Kagan (denk terug aan de Khazaarse ‘khans), medeoprichter was van Project for a New American Century. Zijn credo is het verspreiden van de Amerikaanse moraal over de wereld, Amerikaans unilateralisme en Amerikaanse wereldhegemonie (Pax Americana). Zowel Kagan als Nuland zijn overtuigd anti-Russisch.
Volgens George Friedman, Amerikaans geostrateeg en oprichter van Stratfor, een privé-inlichtingendienst en adviesbureau voor geostrategische beslissingen, was Oekraïne de meest flagrante staatsgreep in de Amerikaanse geschiedenis.
Poetin: Oekraïne als neutrale bufferstaat
Voor de Russen was de staatsgreep van Maidan onaanvaardbaar. Poetin liet nog maar eens verstaan dat Oekraïne bij de NAVO een bedreiging is voor Rusland. Hij plaatste het Westen voor een duidelijke keuze: ofwel een terugkeer naar het status quo van voor 2014, met name Oekraïne als neutrale bufferstaat; ofwel doet het Westen verder zoals het bezig is, maar dan verwoesten de Russen Oekraïne. Van dan af begint het Westen een ware hetze tegen Poetin: hij is gek of irrationeel (Merkel), hij wil een Groot-Rusland, hij is net zoals Hitler… en het komt aandraven met het drogargument dat Poetins gedrag bewijst dat het verstandig was om de NAVO naar het Oosten uit te breiden. Maar er was geen enkel bewijs voor dat Rusland Oekraïne zou aanvallen. Misschien dachten de machthebbers in het Westen dat ze zomaar tot aan de voordeur van Poetin konden rijden, daar een bastion konden vestigen en daarmee het wankele machtsevenwicht in gevaar brengen, om dan na de reactie van Poetin te besluiten dat Rusland agressief is. Dan waren zij wellicht vergeten dat de Amerikanen in 1962 dreigden met een atoomoorlog tegen de Russen als die hun raketten niet verwijderden op Cuba, wat de Sovjet-Unie noopte om hun atoomwapens effectief weer weg te halen. De raketten die de Amerikanen enkele jaren daarvoor in Turkije en Italië plaatsten en die Moskou rechtstreeks konden raken bleven evenwel staan.
Het Russisch niet meer erkend als minderheidstaal
Maar Maidan was nog maar het begin: reeds op 23 februari 2014, de dag na de staatsgreep, stemde het Oekraïense parlement voor het intrekken van de erkenning van de minderheidstalen, waarvan het Russisch de grootste is. Tussenkomst van EU-adviseurs, die deze maatregel niet verstandig vonden, deed de Oekraïense overheid op haar beslissing terugkomen. Zeer tegen de zin van de Amerikanen trouwens, die de maatregel als ‘een triomf van de democratie’ bestempelden.
Ook de Krim, het zuidelijkste deel van Oekraïne en gelegen aan de Zwarte Zee, deelde in de klappen. In 1997 bepaalde een bilateraal verdrag dat de zeemachtsbasis van Sebastopol overgedragen werd aan de Russische marine en dat het Russisch de eerste taal bleef in de overheidsinstellingen van de Krim. In de huurovereenkomst stond dat Rusland jaarlijks $ 97 miljoen moet betalen aan Oekraïne, en dat in principe tot 2042, maar in de praktijk zijn de Russen gestopt met betalen na de Maidan-revolutie in 2014. Verder beschikte de Krim – als enige regio in Oekraïne – over eigen federale deelstaatbevoegdheden, een verkozen parlement en een regionale regering. Tot slot kregen de Russen de toelating om 25.000 soldaten te kazerneren op het grondgebied van de Krim.
Maar na de Maidan-revolutie doekte de Oekraïense regering de politieke instellingen op de Krim op en werd het Russisch er als eerste voertaal verboden. Het gevolg was dat Rusland op 27 februari 2014 de Krim overnam. Intussen escaleerde het conflict ook in de oostelijke Oekraïense provincies Donetsk en Loehansk, waar de meeste etnische Russen wonen. De media spreken meestal over de pro-Russische rebellen, maar vergeten – of schijnen niet te weten – dat het verzet van de etnische Russische minderheid pas gewelddadig werd na moordpartijen in Odessa en de Donbas (Donetsk en Loehansk samen), aangericht door Oekraïense paramilitaire groeperingen.
Op 11 mei 2014 hielden de pro-Russische opstandelingen in Donetsk en Loehansk een referendum over de onafhankelijkheid van hun regio. Een meerderheid van de stemmen was voor, hoewel het Westen de geldigheid van die referenda betwist, en Donetsk en Loehansk riepen de onafhankelijkheid uit. Om een einde te maken aan het aanslepende geweld tussen Oekraïne en de twee opstandige ‘oblasten’ – dat van 2014 tot nu al 14.000 doden eiste – werd er in 2014 een akkoord afgesloten tussen Oekraïne, Rusland en de opstandelingen, Minsk I. Wegens het uitbreken van nieuwe gevechten in 2015 sloten de betrokken partijen een nieuw akkoord af (Minsk II), waarbij ook de Fransen en de Duitsers betrokken waren. Dat nieuwe akkoord was niet naar de zin van de Amerikanen, omdat het niet paste in hun strategie voor Oost-Europa. Naast een staakt-het-vuren was de autonomie van Donetsk en Loehansk binnen Oekraïne één van de belangrijkste punten van overeenkomst tussen de betrokken partijen. De Oekraïense overheid heeft er nooit werk van gemaakt.
Daarenboven decreteerde de Oekraïense president Zelenski op 24 maart 2021 dat Oekraïne de Krim zou terugnemen van Rusland met de inzet van militaire middelen. De VS en de NAVO waren daarmee akkoord, en reeds in april steunde de NAVO het Oekraïense offensief in haar burgeroorlog tegen de opstandelingen in Donetsk en Loehansk. Tevens voerden 30.000 Amerikaanse soldaten vorige zomer NAVO-manoeuvres uit in de Oostzee en de Zwarte Zee (Operation Defender Europe 21). In december volgden dan nog eens luchtoefeningen langs het Russische luchtruim.Oekraïne geniet trouwens al langer militaire steun van de Amerikanen. In 2015 trainde de CIA de Oekraïense Special Forces in verschillende aspecten van oorlogsvoering. Vorig jaar alleen al besteedde de VS $ 450 miljoen aan ‘veiligheidsbijstand’ aan Oekraïne. De regering Biden voegde daar nog eens een extra $ 200 miljoen aan militaire steun aan toe.
Rusland, van haar kant, stelde half december 2021 een diplomatieke oplossing voor: het beëindigen van NAVO-uitbreiding in het Oosten (dus geen Oekraïne in de NAVO), een belofte van elke partij om alle vijandelijkheden te staken en tenslotte het stopzetten van de militaire activiteiten van de NAVO in Oost-Europa, Transkaukasië en Centraal-Europa. De VS en de NAVO gingen daar niet op in. De erkenning van Poetin van de onafhankelijke republieken Donetsk en Loehansk in februari van dit jaar betekende het einde van de Minsk-akkoorden. Op 24 februari rolden Russische tanks Oekraïne binnen.
Morgen in deel 3: Duistere zaakjes
Ook hier weer een artikel vol interessante informatie, maar helaas ook intussen bekende fouten. Het is helemaal niet zo, dat het pas onrustig werd in Odessa na ‘moordpartijen aangericht door Oekraïense paramilitaire groeperingen’. Het is integendeel zo, dat een optocht voor Oekraïense eenheid aangevallen werd door zowat 300 gewapende leden van Russische groepen, die ook vooraf aangekondigd hadden dat ze hen van de straat zouden kloppen. Dat liep slecht af, want bij de Oekraïners bevonden zich een massa aanhangers van voetbalclubs en milities, en de Russen moesten vluchten. Er werd over en weer met molotovcocktails gegooid, ook naar een gebouw waar gevluchte Russischgezinden zich verstopt hadden. In de brand die volgde kwamen tientallen onder hen tragisch om het leven. Er zijn beelden van Oekraïners die daarbij juichen, maar ook van Oekraïners die proberen hen te helpen ontsnappen aan de vuurzee. Onderzoeken achteraf wezen uit dat vooral de politie in de fout ging: die was niet voorbereid op deze schaal van rellen… De brand van Odessa is dus een tragedie, maar hoegenaamd geen ‘moordpartij door Oekrainse paramilitairen’.
Dat Rusland geen gevaar vormde is ondertussen wel al het tegendeel bewezen. Onvoorstelbaar dat jullie putin hier nog goed praten. Het enige wat putin wil is zijn sovjet imperium opbouwen. Net zoals hitler. Niet meer of minder. Het is klaar en duidelijk dat de overgrote meerderheid van het Oekrains volk tegen de Russen zijn. Misschien eens de verkeizeingsuitslagen in vraag stellen van 2004 en 2010. Janoekovitsj bekend om corruptie, fraude, diefstal, enz…. Dat zeggen jullie allemaal niet in dit aritkel.