Manipulatie alom
Volgens de Vereniging van Franse burgemeesters zijn er sinds 2020 1293 burgemeesters om verschillenden redenen afgetreden, meestal in algemene onverschilligheid van de bevolking, maar het aangekondigde ontslag en verhuis van Yannick Morez, de burgemeester van Saint-Brévin, die tegen de zin van zijn bevolking asielzoekers wilde onderbrengen in een lager schooltje (zie eerder bericht) zorgt voor veel tamtam in politiekcorrecte kringen. Na de brandstichting op zijn wagens, die oversloeg op een deel van zijn woning, verklaarde de man zijn mandaat neer te leggen en te verhuizen naar een andere gemeente. Indiscreties uit zijn entourage wijzen er echter op dat hij zijn besluit om af te treden (en te verhuizen) al had genomen voordat zijn auto’s in brand werden gestoken. Dit incident – dat wij volledig veroordelen zoals elke vorm van geweld – blijkt nu een goed voorwendsel te zijn om zijn vertrek te rechtvaardigen, aan te kleden en de rechterzijde met de linkse vinger aan te wijzen.
Ontvangst in Parijse salons

Yannick Morez werd, twee maanden na de brand in zijn huis, ontvangen door de eerste minister Elisabeth Borne en de juridische commissie van de Senaat. Hij citeerde, op een beschuldigende manier, de rechtse webstek Synthèse nationale, die hij verweet het vuur aan de lont te hebben gestoken. Volgens de president van de Republiek, de eerste minister, de voltallige media en politieke wereld, is de burgemeester van Saint-Brevin de belichaming van de democratie en de Republiek, die beschermd zou moeten worden tegen het geweld van ‘extreemrechts’.
Vanwaar die grote belangstelling voor iets dat in feite een fait divers zou moeten zijn? Het antwoord is simpel: een gigantische manipulatie van de opinie is in de maak. Het regime gebruikt zijn ontslag als voorwendsel voor een mobilisatie (24 mei) die zeker een demonstratie zal zijn ter ondersteuning van Morez, maar vooral een demonstratie ter ondersteuning van het rampzalige immigratiebeleid van Macron dat de burgemeester van Saint-Brévin, net als anderen, uitvoerde. We beweren niet dat het het geval is, maar ze zijn wel in staat om hun eigen wagens in brand durven steken, al was het maar om de patriottische strekking te demoniseren en culpabiliseren.
Carpentras, de gruwel
Voor mensen die het al vergeten zouden zijn of te jong zijn, willen we de zaak Carpentras even in herinnering brengen. Het Provençaalse stadje Carpentras, vlakbij de Mont Ventoux, haalde in 1990 de wereldpers, dit n.a.v. een walgelijke grafschennis op het plaatselijke Joodse kerkhof.

Tien mei 1990. Twee vrouwen begeven zich naar de kleine Joodse begraafplaats in Carpentras om er de graven van hun dierbaren te onderhouden. Ter plaatse ontdekken ze de gruwel. Vierendertig graven zijn geschonden en deels af- en opengebroken, terwijl het lichaam van een 81-jarige man, Félix Germon, die twee weken eerder was overleden, uit zijn kist is gehaald en achtergelaten, na een poging tot onthoofding, ontmaagding en spietsen met een parasolstok. Voor de ordediensten, die de eerste vaststellingen deden, was dit zicht ondraaglijk.
Korte historiek
Er is een joods kerkhof in Carpentras omdat de stad een belangrijk centrum werd voor Franse Joden, die er in de 13e eeuw een beter statuut kregen dan in de rest van Frankrijk. De oudste synagoge in Frankrijk, gebouwd in de 14e eeuw, is te vinden in Carpentras. Geïnteresseerden kunnen deze prachtige synagoge trouwens bezoeken.
Front National
Onmiddellijk, en zonder enige kennis of aanleiding, werden de kanonnen in stelling gebracht, richting Front National en Jean-Marie Le Pen. De zaak Carpentras werd zowat de smerigste manipulatie uit de Franse politieke geschiedenis.
De toenmalige voorzitter van de Franse Assemblee, Laurent Fabius, zelf van joodse afkomst, vertelde tijdens het avondjournaal met bevende stem dat het lichaam van Félix Germon op wrede wijze was gespietst met ‘een spadesteel in zijn anus’. Op 11 mei 1990 stond dat op de voorpagina’s van alle kranten. De snelle komst ter plaatse van de minister van Binnenlandse Zaken, Pierre Joxe, die de “racistische gruwelen” hekelde, werd snel doorgegeven door het televisie- en radionieuws, dat zijn woorden herhaalde, maar zonder precieze informatie over de realiteit van de gebeurtenissen.
De emoties in die tijd waren immens. Er volgde een ongelooflijke campagne tegen ‘racisme en antisemitisme’, waarbij het FN van Jean-Marie Le Pen met naam en toenaam werd beschuldigd van deze afschuwelijke daden. François Mitterrand, president van de Republiek, bij wie het op geen leugentje aankwam, nam bij deze gelegenheid zelfs deel aan een nationale betoging op de Place de la Nation in Parijs. Een president die aan een betoging deelnam: ‘du jamais vu’….(nooit eerder gezien) De manipulatie werd ten top gedreven.
Toen de daders uiteindelijk werden gevonden, bleek geen enkele van hen banden te hebben met het Front National. De grote stilte volgde…..Wat het leugenachtig regime ook niet wist, was dat de overleden en verminkte persoon, Félix Germon, zelfs lid was van de plaatselijke FN-afdeling. De plaatselijke kopstukken van het Front National, Guy Macary en Fernand Teboul, waren trouwens zelf ook joods, wat ook niet gekend was bij de manipulatoren.
Haring braadde niet
In 1993 behaalde de Guy Macary, de plaatselijke lijstrekker van Carpentras 21% van de stemmen, twee procent beter dan in 1988. In de Vaucluse, het departement waartoe Carpentras behoort, is het Rassemblement National vandaag veruit de grootste partij. De partij mocht n.a.v. de laatste parlementsverkiezingen zo maar eventjes vier van de vijf volksvertegenwoordigers naar de Assemblée afvaardigen.

Zoals reeds aangehaald gingen er jaren voorbij vooraleer er klaarheid in deze zaak kwam. Valse aanwijzingen en verdachtmakingen vermenigvuldigen zich. Op 18 september 1995, in het televisieprogramma ‘Témoin n° 1’, stelt Gilbert Collard, advocaat van de neef van mevrouw Germon, met veel tamtam de ‘leugen van de Staat’ aan de kaak: “Wij weten vandaag dat het Front National niet verantwoordelijk is voor deze graf- en lijkschennis”. Hij ontketende een revolutie in de media. Op 24 september 1995 eiste Le Pen tijdens het BBR-partijfeest een publieke verontschuldiging van de hoogste Franse autoriteiten. Op de daaropvolgende zaterdag 11 november demonstreerde het Front in Carpentras, met ongeveer tienduizend aanhangers, waaronder uw dienaar. Het FN-personeel was verzameld op een podium met een groot opschrift “1990: Carpentras machination”.
Bruno Mégret, toenmalig secretaris-generaal van de FN, waarschuwde: “De boemerang van deze machinatie komt terug in het gezicht de politieke klasse”. Joxe, die eerste voorzitter van de Rekenkamer werd, was een van de belangrijkste doelwitten van de demonstratie. Le Pen verdedigde zich tegen “enig antisemitisme, racisme of xenofobie”. Hij beweerde dat de partij zich “altijd heeft gericht tot Fransen van alle rassen en religies” – en durfde zelfs te stellen: “Wij verkiezen Franse Joden boven buitenlandse Joden”.
De volgende dag houdt de voorzitter van de LICRA, Pierre Aïdenbaum, een persconferentie. Hij volhardt en tekent: “Jean-Marie Le Pen is natuurlijk verantwoordelijk voor de grafschennis, vijf jaar geleden, van de joodse begraafplaats van Carpentras”.
Daders eindelijk gekend
Op 30 juli 1996 meldde een zekere Yannick Garnier, 26 jaar oud, zich op het hoofdkantoor van de ‘Renseignements Généraux’(Staatsveiligheid) in Avignon en bekende één van de grafschenners te zijn, waarbij hij details gaf die alleen de onderzoekers konden weten. De man, ‘veiligheidsagent’ uit Nîmes, zei dat hij zich van dit geheim wilde bevrijden om zijn leven te beteren, aangezien hij ten einde raad was, werkloos was en op het punt stond uit zijn woning te worden gezet. Daarbij geloofde hij ongetwijfeld dat zijn bekentenis de RG, een dienst met waardevolle contacten, zou helpen bij zijn zoektocht naar een nieuwe baan en een beter bestaan.
Zijn bekentenis bevestigde dat het inderdaad om een antisemitische daad ging die nauwgezet door een soort skinheads was voorbereid.
Hij gaf zijn vier medeplichtigen aan en zij werden onmiddellijk gearresteerd, behalve één van hen, de leider, Jean-Claude Gos, een skinhead uit Denain, die op 11 mei 1990 werd gearresteerd en na 24 uur werd vrijgelaten. Hetgeen volgt, lijkt wel een roman uit een politiefilm: Jean-Claude Gos werd op 23 december 1993 op een motorfiets op een weg in de buitenwijken van Avignon gedood door een auto waarvan de bestuurder (Rachid Belkir, 36 jaar) in 1995 ook dood werd aangetroffen, twee keer in het bovenlichaam geschoten en in de rivier de Rhône gesmeten (waarschijnlijk het slachtoffer van een afrekening, want de man stond bij de politie bekend om zijn vermeende banden met drugshandelaars), met twee zware stenen aan zijn voeten.
Het proces
Het proces begon acht maanden later in Marseille, duurde een week en het vonnis werd uitgesproken op 24 april 1997. Patrick Laonegro, het ‘brein van het grafschenniscommando, en Olivier Fimbry, een gewezen soldaat, werden veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, terwijl de twee anderen, die het verfoeilijke karakter van hun daden toegaven, werden veroordeeld tot twintig maanden gevangenisstraf.
Groteske manipulatie
Deze groteske manipulatie – zeg maar smeerlapperij – moest voorkomen dat het FN zijn razendsnelle opkomst zou verderzetten; het FN en parlementair rechts onverenigbaar maken. Links gebruikte de Joodse gemeenschap als instrument, met de steun van haar zionistische vertegenwoordigers, geleid door de CRIF, die maar al te blij waren met dit “hemels geschenk” die hen in staat stelde het FN en zijn voorzitter de schuld te geven.
De affaire Carpentras was een machinatie van een zelden geziene omvang, waarmee het verplichte politieke denken werd geopend. Le Pen werd uitgekozen om publiekelijk gerechtvaardigd te worden en moest wachten tot de affaire zich vanzelf ontrafelde, tot het eindresultaat, dat vernietigend was voor de autoriteiten. Maar zoals we weten jaagt de ene informatie de andere op en de publieke opinie trekt er nauwelijks een blijvende moraal uit.
De weduwe van Félix Germon overleed op 7 juni 1999 op 89-jarige leeftijd. Slechts negentien mensen woonden haar begrafenis bij, waaronder een plaatselijke FN-politica, Nadine Ephrem-Bellier. Op 8 mei 1993 had de ongelukkige vrouw aan France-Soir verteld dat ze met Jean-Marie Le Pen had gesproken, overtuigd van zijn onschuld. In National-Hebdo van 12 oktober 1995 voegde zij daaraan toe: “Ik mag Le Pen. Hij is een goede man, geen racist. Ik had graag gezien dat hij naar Carpentras was gekomen om de rotzooi op te ruimen.
Grote betoging om burgemeester te steunen op 24 mei
Vandaag in Saint-Brévin, gisteren in Carpentras ! De boodschap van de betoging van 24 mei is totaal voorspelbaar. Zij zal degenen die zich verzetten tegen het beleid van Macron, gesteund door de burgemeester van Saint-Brévin, demoniseren door hen ervan te beschuldigen ‘fascisten’ en ‘racisten’ te zijn en geweld te gebruiken om zich te verzetten tegen de installatie van CADA (Centre d’accueil pour demandeurs d’asile).
Maar weer zal hun linkse haring niet braadden.