Gisteren berichtten we over de Gentse studenten die een vakbondspiket eigenhandig afbraken, waardoor ze alsnog met de tram tot aan hun kot geraakten. Vakbonden zeggen op te komen voor de rechten van de arbeiders en toekomstige werknemers, maar daar was gisteren niet veel van te merken, althans toch niet na afloop van de stakingsacties in Gent.
Traditioneel stoken vakbondsmilitanten brandjes. Dit zowel letterlijk als figuurlijk. Aan fabriekspoorten worden dan paletten en banden in brand gestoken, om zo wat selfies te kunnen nemen die iets sfeervoller zijn dan de traditionele foto met een groene, rode of blauwe vlag. De luchtvervuiling nemen ze er graag bij.
Wie de rommel achteraf opkuist aan die fabriekspoorten kan hen gestolen worden. Desnoods wordt het gewoon aan de kant geschoven of doet de regen zijn werk wel. Maar achtergelaten smeulende rommel in het centrum van een stad als Gent, dat verdwijnt niet vanzelf natuurlijk. Maar vakbondsmilitanten (met een pint teveel op?) hebben jammer genoeg niet het respect om een ander niet te laten opdraaien voor de opkuis.

En zo geschiedde in de Oost-Vlaamse hoofdstad gisterenavond. De Gentse stadsarbeiders, waar de vakbonden naar eigen zeggen ook voor op straat kwamen, mochten na de gestookte brandjes alle rommel gaan opruimen. Ongetwijfeld met een aantal overuren tot gevolg. Solidair, niet? Maar dat is nog niet alles.
Naast bergen afval, op te kuisen dus door stadsarbeiders, lieten de Gentse ‘helden’ ook nog een duur spoor van vandalisme achter. Op een muur van de nieuwbouw aan het NMBS-station Gent Sint-Pieters werd graffiti aangebracht over een lengte van wel 10 meter. De slogan ‘arbeid schaadt verzet gaat bevrijd jezelf’ (zonder komma’s, dus maak er zelf iets zinnig van…), mag eveneens verwijderd worden door de knechten van de stadsdiensten. Solidariteit jongens, solidariteit.

En na hun actie weet nog steeds niemand wat ze wilden bereiken.
De vakbonden hebben op deze manier alleen lokale (werkwillige?) mensen tegen de borst gestuit.