In Zweden werden zopas verkiezingen gehouden voor het nationale parlement, de ‘Riksdag’. Dat parlement heeft één kamer en telt 349 zetels; een absolute meerderheid is dus 175 zetels.
De verkiezingen werden een nek-aan-nekrace tussen enerzijds de ‘linkse’ partijen, aangevoerd door de socialistische partij SD, en anderzijds de ‘rechtse’ partijen, aangevoerd door de liberale partij ‘Moderaterna’. De laatste stemmen worden momenteel nog geteld, en voorspellingen geven het onwaarschijnlijk scherpe resultaat van 175 zetels voor ‘rechts’ en 174 zetels voor ‘links’. Het is dus nog te vroeg om al een definitieve overwinnaar uit te roepen.
Aan de linkerkant deed de partij SD het goed. Met 30,5% blijft ze de grootste partij van het land en boekte ze een winst van 2%, ten koste van de groene partij en een extreemlinkse partij. Aan de rechterkant is dé boodschap van deze verkiezing de groei van de rechtse partij Zweedse Democraten (ZD). Onder leiding van Jimmie Akesson gaat die van 17,5% in 2018 naar 20,6%, een vooruitgang van 3%. Dat is niet alleen een schok voor links, maar ook voor de rechtse partij Moderaterna, die haar leidende rol in het rechtse blok verliest. Waarnemers wijzen als oorzaak naar de golf van druggerelateerd geweld, die de voorbije maanden in de steden van Zweden tussen allochtonen gewoed heeft. Daarbij werden ook granaten en brandbommen gebruikt.
In de Zweedse pers is nu het speculeren begonnen over een eventuele intrede van de Zweden Democraten (ZD) in een rechtse Zweedse regering. Sommige leden van Moderaterna hopen openlijk op een regering zonder ministers van ZD, die echter door ZD vanuit het parlement gesteund wordt. Maar de ZD zijn blijkbaar van plan de prijs voor steun hoog op te drijven: gelet op de uitslag van de verkiezingen is een ministerpost voor Jimmie Akesson logisch, zo klinkt het. Het worden dus nog boeiende politieke tijden in het Scandinavische land.