[BOEK] Jaarboek Joris van Severen 26 (2022)

Het studiecentrum Joris van Severen heeft zojuist de 26e uitgave van de jaarboekenreeks uitgebracht. De historische boekenreeks draait rondom de persoon Joris van Severen (1894-1940) en zijn politieke beweging het Verdinaso. Ook dit jaarboek telt wederom interessante bijdragen die een beter licht schijnen op de persoon Joris van Severen en de solidaristische beweging Verdinaso, haar ideologie, activiteiten en verwezenlijkingen.

Vooreerst komt Luc Pauwels aan het woord die, na zijn recente grote biografie van Joris van Severen, als het ware de lijn doortrekt met z’n essay Joris van Severen, een begin… Daarop aansluitend brengt Romain Vanlandschoot de resterende hoofdstukken van zijn diepgravend essay De laatste weg alleen, Joris van Severen 8 mei 1927 – 29 mei 1929, In het afsluitende luik van dit essay – waarvan het eerste deel werd opgenomen in het Jaarboek Joris van Severen 25 (2021) – komen respectievelijk aan bod: ‘’Een vernietigende, kwetsende en arrogante rede’, ‘Wil Joris van Severen wel een Directorium?’, ‘Roosendaal helemaal niet rooskleurig’, ‘De meerderheid van het KVNV is met mij’ en ‘De schaduw van August Borms’.

In Gerard van der Horst en het Verdinaso in Nederland brengt Ruud Bruijns diens rol en de verdiensten in herinnering bij het ontstaan en de uitbouw van de Noord-Nederlandse tak van Van Severens beweging. “Ik weet zeer goed dat gij de eerste zijt geweest…”, loofde Van Severen hem. Hij was niet slechts de eerste, doch ook de laatste getrouwe, zo blijkt. Toen de Nederlandse regering in 1934 het ambtenarenverbod inzake lidmaatschap van Musserts NSB afkondigde publiceerden 19 hervormde predikanten een pamflet tegen deze maatregel. Hun oproep werd naderhand door nog eens 100 predikanten onderschreven. Hun grote bezwaar werd hen ingegeven door hun antibolsjewisme. Onder hen waren er een vijftal abonnees van Hier Dinaso!, het wekelijkse tijdschrift van het Verdinaso. Geen van die vijf was NSB’er en evenmin hebben ze tijdens de Tweede Wereldoorlog gecollaboreerd met de Duitse bezetter, wel integendeel: sommigen onder hen stonden in het daadwerkelijke verzet. Daarover vernemen we meer in
de bijdrage van Henk Tijssen over De ‘Hier Dinaso!’-lezers onder de hervormde predikanten in de noordelijke Nederlanden.

Niet onterechte wordt wel eens beweerd dat in de jaarboekenreeks over Joris van Severen bij voorkeur aandacht besteedt wordt aan Louis Gueuning en Emiel Thiers, i.c. dan wat betreft hun rol bij de teloorgang van het Verdinaso aanvang het jaar 1941. In de bijdrage van de hand van Maurits Cailliau over Het andere geluid: over de rol van Jef François in 1940-1941 wordt gefocust op het aandeel van Jef François en Pol le Roy in deze cruciale maanden. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn tal van pogingen ondernomen om de ideeën die het Verdinaso nastreefde – de eenheid van de Nederlanden en de structurering van het maatschappelijk bestel op basis van het solidarisme – opnieuw te actualiseren. Over één van deze pogingen brengt prof. em. Hans Nelis, met z’n essay Het gedachtegoed van een neo-Dinaso beweging: De Dietse Solidaristische Beweging (DSB), als destijds geëngageerd militant van de DSB, verslag uit.

Afsluitend komt in deze editie ook Joris van Severen zelf aan het woord middels zijn Dagboeknotities over de periode aanvang januari tot einde april 1921. Daarin komt, naast zijn zorgen om ‘Maine’, ook z’n weerzin tegen alle vor-men van geweld manifest op de voorgrond. Daarnaast ook een handgeschre-ven notitie van zijn hand. Luc Delafortrie’s gedicht Denkend aan het Verdinaso sluit het jaarboek af.


N.a.v. Jaarboek Joris van Severen 26 (2022), 208 p., ill. Ledenprijs 29 €, over te boeken op rekening BE71 0001 7058 1469 t.n.v. Studiecentreum Joris van Severen, 8900 Ieper