Door gastschrijver J. Johns

De afgelopen twee jaar ging het vaak over ‘corona’, ‘maatregelen’, ‘inentingen’ en de wel’s en niet’s daarvan van voor- en tegenstanders. Er is echter nog iets veel diepers heel scherp aan het licht gekomen: de abominabele staat van wat ‘onze democratie’ heet.

Democratie, hét geschenk aan alle mensen blijkt uit onze vrije verkiezingen, volgens politici. Niemand zou vrije verkiezingen mogen worden onthouden; geen samenleving of cultuur zou daar níets mee kunnen beginnen. Deze ‘daad van vrijheid’ kunnen álle mensen doen en zij deden dat altijd graag. De eigen stem uitbrengen en vrij mogen kiezen, wees niemand zó maar van de hand. Dat íedere stem telt, horen we graag. Het lijkt op het eerste oog ook zó aantrekkelijk en zó veelbelovend, zich uit te kunnen spreken over de eigen toekomst, hoe die eruitziet en hoe de maatschappij eruit zál gaan zien, dat bepalen we állemáál….. toch?

Het volk wordt dan naar de stembus geroepen en men kan ‘kiezen uit voorstellen’. De politieke partijen stellen verkiezingsprogramma’s op en zetten mensen op de verkiezings- lijst. Het volk zelf heeft geen inbreng op ook maar íets dat in die verkiezingsprogramma’s staat; alles is al voorgekookt en bedisselt. Niets daarvan staat op de een of andere manier ter discussie voor de kiezers, laat staan dat het door de kiezers goed- of afgekeurd kan worden. Dat bepaalt de partij, of beter gezegd: de partijtóp, hooguit op zijn best nog een keer gesanctioneerd door een partijcongresje op een namiddag dat dan ook mag kiezen uit een handvol kandidaten voor de ‘top’. Als men dan ziet dat er meestal maar een aantal partijen zijn die in wisselende samenstelling steeds weer opnieuw in de regering komen, ziet de ‘democratie’ er tóch een beetje anders uit, niet? Verkiezingen zijn afgegleden tot púúr een legitimering van bestuursfuncties die bepáálde leidinggevende Clubjes hebben. Ze zijn een legitimering van de structuur en koers ‘zoals die eenmaal is’. Met het waaróm en waarvóór de héle maatschappij het zó moet doen, mag de kiezer zich níet bezighouden. Belangrijk aan verkiezingen is wat níet democratisch in stemming wordt gebracht. Dát is niets minder dan het hele systeem en koers zoals het ís: de ‘apparatsjiks’ en het ‘apparaat’, dat altijd gelijk heeft, en de kiezer aan het ‘redden’ is met zelfverzonnen ‘bedreigingen’, voor hun ‘eigen bestwil’ natuurlijk. Men ‘mag kiezen’ welke poppetjes de volgende periode alles in stand houden, maar er mag niet te veel veranderen van wat door de ‘gekozen leiders’ georganiseerde ‘reddingen’ plaatsvindt. Dit soort lege-huls verkiezingen maakt stemmers tot ínstemmers van een heerschappij van steeds gekker wordende ‘reddings-maatregelen’.

Door dit systeem van ‘democratie’ worden door partijen alléén verkiesbare kandidaten op een kieslijst gezet die passen binnen de heel kleine variaties van het ‘reddings-sjabloon’, mensen die vooral niet te diep zélf nadenken en hooguit nog de spijkers op laag water zoeken. Díe kunnen dan gerust worden ‘beoordeeld’ door de kiezer want zij zullen wel meegaan in het grote verhaal. Het hele systeem is afgegleden tot iets waar nauwelijks nog verschillen in standpunten aanwezig zijn, er ís niets meer te kiezen. En is er per ongeluk eens een kandidaat of nieuw partijtje dat buiten het sjabloon valt, dan wordt deze door ‘de Club’ en bijbehorende media als ‘zeer-extréém’ gelabeld, gemarginaliseerd en van een grote winst afgehouden. Men kiest niet een verandering van de heerschappij zelf, maar de leugens die de Clubleiding de kiezer voorhoudt. Omdat er inhoudelijk weinig te kiezen valt, richt de aandacht zich op de kandidaten en hun altíjd mooi voorgestelde succes dat zij zullen hebben met hun gelogen propaganda.

De individuele kandidaten zélf willen macht in handen krijgen, houden of laten groeien en voor de kiezers een sterk en daadkrachtig figuur slaan. Als eenmaal gekozen ‘functionarissen’ kunnen ze dan hun macht óver de burgers met de instemming ván die burgers legitimeren. Doordat zij ‘gekozen zijn’, kunnen ze inmenging van kiezers ná de verkiezingen afwijzen en doen dat ook altijd; ze kunnen ná de verkiezingen helemaal legaal niet alleen belangen van de minderheid, maar ook belangen van haar eigen ‘zegevierende’ kiezersmeerderheid best negeren. Politici danken de kiezers dan voorál dát zij naar de stembus zijn gegaan en zo instemmen met een verdere periode van slikken, stikken en mond houden. Verkiezingen zijn verworden tot het onderdrukkingsmiddel van de altijd leidende Club die, met hulp van de media, sterk ideologisch gekleurde ‘gróte problemen’ propageert aan de kiezers, mét dito gekleurde ‘oplossingen’ die mensen vooral het leven zuur maken of zelfs onbetaalbaar; maar die ‘problemen’ níet oplossen, en dús moeten er nóg meer ‘oplossingen’ komen. Het gezonde verstand van ooit de meerderheid van politieke partijen, is intussen bij de meerderheid van die partijen níet meer terug te vinden. Voor écht bestaande problemen van échte mensen zijn ze in meerderheid ziende blind en horende doof geworden.

Maar de bestaande macht is toch democratisch, ‘onafhankelijk opgedeeld’ in uitvoering, wetgeving en rechtspraak? Niet dus. De uitvoerende macht (regering) heeft ook de meerderheid in de wetgevende macht (parlement) en spreekt bij regeringsvorming af wat te doen in ‘regeerakkoorden’. De rechterlijke macht moet vervolgens uitvoeren wat de regering via de hen steunende partijen aan wetten maakt. Het is zelfs zo sterk dat een rechter bij de Grondwet niet mág controleren of wetten wel voldoen aan die Grondwet. Dát is de wáre ‘verdeling van de macht’, het is ingericht als één geheel. En dan denken velen nog dat er toch 150 onafhankelijke leden in de Kamer zitten. Niet dus. In de praktijk heeft men de ‘fractiediscipline’ bedacht, de leden moeten de ‘partijlijn’ volgen, die bepaald wordt door…. de fractieleider, die een soort dictator is. Fractieleden kúnnen anders stemmen, maar áls ze dat te vaak doen kunnen ze er zeker van zijn de volgende verkiezingen niet meer op de verkiezingslijst te staan en hun fijne baantje verliezen. Alléén de handvol vooraanstaande fractieleiders van partijen die ook de regering vormen beslissen met ministers, geleid door de premier. Dit hele systeem is geen democratie, maar een oligarchie van slechts enkele machtigen van een handvol partijen die steeds weer opnieuw aan de macht komen en allemaal hetzelfde willen realiseren.

Het grofweg links-groene-progressief-liberale gedachtegoed, de ‘religie’ van slechts circa 4 miljoen kiezers in het land, degenen die goedbetaalde ‘functies’ hebben in politiek, ambtenarij, onderwijs, rechtspraak, cultuur en zeker óók de media, wordt opgelegd aan de rest van het land, wat de rest van de kiezers ervan vindt is niet belangrijk

Verkiezingsstrijd draait niet om echte alternatieven, maar om wat men allemaal wel zo’n beetje vindt net weer íetsje anders te doen. Kleine puntjes in de marge, over iets anders kan de kiezer niet stemmen, in een volwassen democratie zou de kiezer moeten meebeslissen over álle grote thema’s. Geen enkele moderne democratie doet dat echter volledig, Nederland, ooit de enige Republiek in een wereld van koningen, is nu wel het ergste in Europa.

De massa van kiezers wordt na het verkiezingscircus weer overgeleverd aan de oligarchie. De ‘vrije kiezer’ mag dan niets meer zeggen, want hij heeft ‘kunnen stemmen’! Daarna moet de kiezer aan de volgende stap ‘meewerken’, de overheid volgen en zijn ongenoegen over de nóóit veranderende koers in een ‘democratie’ aannemen. Men heeft ‘het recht’ om te klagen en eens een andere regering te kiezen, maar die volgt weer dezelfde koers als zijn voorgangers. Inhoudelijke koersverschillen bestaan niet meer, tenminste niet zoals het nog enkele decennia geleden wél was, toen er meer integere leden in het parlement zaten die een robuustere democratie overeind hielden. Het huidige ‘democratische’ trucje is kiezers maar zó weinig écht van elkaar verschillende alternatieven voor te leggen, dat ze door tóch binnen dit kleine nuance-aanbod te kiezen, ermee instemmen dat ze géén alternatieven hebben. Kiezers bevestigen door op zulke partijen te stemmen dat politiek bijna hetzelfde denkende partijen hun leven en complete toekomst bepalen, met maar één koers, de koers die de meeste mensen eigenlijk niet echt willen, daarom komen er ook geen referenda.

Het ooit opstandige van gewone burgers is hierdoor ‘democratisch’ geneutraliseerd. De massa van mensen, die leven van hun werk, is getemd en als huisdieren in het nieuwe ‘religieuze’ systeem ingepast. Zo ingepast dat velen; tégen hun belangen in; zelfs op uitgesproken links-groen-liberaal denkende ‘heils-partijen’ stemmen, die hun gewone, echte belangen verraden. Het gaat niet om de partijen, maar om het hele democratische systeem dat verrot is íngericht en waar teveel mooie ‘functie-jagers’ in terecht zijn gekomen.

Zij, die dit allemaal door hebben stemmen vaak niet meer, “ze doen tóch wat ze willen”. Zij, die het allemaal gewéldig vinden; de ‘religie’ van de mínderheid van de ‘betere’ 4 miljoen, die een onevenredig grote invloed hebben op politiek, bestuur en media, die door o.a. PVV en FvD ‘het Kartel’ genoemd worden; gáán stemmen, altijd, en verstevigen keer op keer de oligarchie en de ineenstorting van echte democratie van het héle volk.

Dit nieuws alleen dankzij jouw steun!

Help ons de leugens van de main stream media (MSM) te doorbreken. Geef ons 5 euro – of meer!

€ 5,00

Eén reactie op “[Opinie] De democratische fictie – De Oligarchie van ‘het Kartel’”

  1. Als politicus dien je ofwel de eigen bevolking waar men uit voortkomt, maar dan word je een extreem rechtse populist genoemd, ofwel dien je een vaag en hooghartig ideaal waar je bereidwillig en meedogenloos voor moord en dan wordt je geëerd als vredelievend, progressief en tolerant

Trending

%d bloggers liken dit: