Door gastschrijver Redbad
Op 26 September 1345 vond een grote veldslag plaats nabij het Friese dorpje Warns. Een enorm leger, onder aanvoering van Graaf Willem de vierde, stak de Zuiderzee over om de Friezen hun vrijheid te ontnemen. Alhoewel ze ver in de minderheid waren, verzetten de Friezen zich met succes. Het vijandelijke leger kwam in een moeras terecht en de meesten werden gedood, ook de Graaf overleefde het gevecht niet.
Alhoewel dit gebeuren elk jaar wordt herdacht, durfde de Stichting Slach bij Warns het dit jaar niet aan vanwege het gedoe met corona-paspoorten en dergelijke. De Jong Fryske Mienskip, een organisatie die strijdt voor meer autonomie en een eigen Friese grondwet, dacht daar anders over en organiseerde een ‘wilde’ herdenking waar noch behoorlijk wat mensen op af kwamen. Er was aanbod van koffie, bier en Berenburg, er waren vlaggen, er waren liederen gezongen door Bruno Rummler.
Drie mensen voerden het woord. Sander Hoekstra, voorzitter van de Jong Fryske Mienskip, benoemde het wingewest dat Fryslân volgens hem nog altijd is, het gas en het zout wordt uit de Friese bodem gehaald ten bate van vreemde heren en de strijd van toen is nog steeds de strijd van nu.
Oud-journalist Kerst Huiman droeg een bord om zijn nek met daarop de tekst: ‘wij eisen een eigen grondwet.’ In een redevoering verduidelijkte hij daarna dit idee. De derde spreker was Rypke Zeilmaker, wetenschapsjournalist en natuurfotograaf, die tevens aandacht vroeg voor zijn boek dat binnenkort verschijnt: ‘Liever dood dan slaaf,’ een tekst die ook op het grote gedenksteen staat op de plaats waar ieder jaar de herdenking plaats vindt.