Na Numero Uno Nelson Mandela, werd in Zuid-Afrika Thabo Nbeki president van de regenboognatie. Hij werd ingezworen op 16 juni 1999 en op 25 september 2008 opgevolgd door de bij ons waarschijnlijk zo goed als onbekende Kgalema Motlanthe. Onbekend wel, maar niettemin militant van het Afrikaans Nationaal Congres, een conditio sine qua non om in de ‘nieuwe democratie’ van Zuid-Afrika zeggenschap te kunnen krijgen. Aan Kgalema’s zeggenschap kwam reeds een einde op 9 mei 2009 en je mag drie keer raden welke ambitieuze ANC-broeder er toen met de ellebogen stond te wriemelen om zijn plaats in te nemen. Ook onbekend? Als ik de naam noem, zal die wel een belletje – en wellicht een hele triangel – doen rinkelen, want dié president heeft intussen wereldroem vergaard, omdat zijn naam Jacob Zuma is, een presidentiële naam die in één adem wordt vernoemd met corruptie, machtsmisbruik, nepotisme, staatskaping en een resem gerechtelijke aanklachten van Kaapstad tot Tokio, om het maar eens met een volkse uitdrukking te zeggen.
Dit corruptste sieraad van de staat kon als staatshoofd zijn zakken volproppen van 9 mei 2009 tot 14 februari, Valentijnsdag 2018, toen Cyril Ramaphosa vond dat het welletjes was geweest en tijd voor ‘ander en beter’, meer bepaald voor hemzelf. Dat opvolger Ramaphosa niet geweten zou hebben met welke kuiperijen Jacob Zuma zich zoal inliet, komt politieke waarnemers redelijk ongeloofwaardig voor, want van bij het aantreden van Nelson Mandela tot aan het aftreden van Jacob Zuma, zat hij, bij manier van spreken, met zijn neus op al wat er in de hoogste kringen van de macht reilde en zeilde. Kritische stemmen verwijten de man aan de macht, tevens voorzitter van het machtige ANC, dat hij de gehaaide Zuma niet ferm genoeg heeft aangepakt. Zijn voorganger Mbeki, laat langs de naar hem genoemde Thabo Mbeki-stigting, wél een radicale stem horen. Daar luidt het dat Zuid-Afrika, met de zware rellen in KwaZoeloe-Natal en Gauteng, nu de wrange vruchten plukt van een revolutionaire opstand die reeds lang broeit in het hart van ‘wat ons gewoonweg staatskaping noem’. De stichting zegt diep bekommerd te zijn om de verwoesting van private en staatseigendom de voorbije dagen. De opstand vertoont alle kenmerken van staatskaping: doelbewuste en stelselmatige afbraak van staatsbronnen waardoor de Suid-Afrikaanse Inkomstediens (SAID) en door de staat beheerde ondernemingen werden geteisterd en de ondermijning van alle wetsorganismen, waaronder intelligentie-agentschappen en die Nasionale Vervolgingsgesag. Dat de losgeslagen meute ook is overgegaan tot economische sabotage en ongebreidelde verwoesting van eigendom en infrastructuur, kan geen toeval worden genoemd. Merk daarbij op, zegt de Stigting dat de huidige chaos voorafgegaan is door openlijke dreigementen van burgeroorlog en onrust. En dan komt de vingerwijzing naar de huidige president, dat daar veel meer tegen gedaan moet worden.
De sociaal-economische problemen waar veel mensen nu mee worstelen en de opsluiting van oud-president Jacob Zuma, zij vormden samen de perfecte toestand om een aanval op de staat en het grondwettelijk democratisch systeem waarop die rust, van stapel te sturen. Voeg daar nog bij de massa verkeerde inlichtingen die worden verspreid en die doordacht georkestreerd zijn om te verzekeren dat het land geconfronteerd gaat worden met een bevolking die alle hoop laat varen wanner de vlammen eindelijk geblust worden. Het zal wel een roep in de woestijn zijn, die oproep van Nbeki’s Stichting, om kalm, verenigd en waakzaam te blijven in deze moeilijke tijd: ‘Ons doen ’n beroep op alle Suid-Afrikaners en alle sektore van ons samelewing om nie mislei te word en die slagoffers te wees van die meesters van die donker kunste wat ons uitdagings wil uitbuit nie’. Er wordt ook aangedrongen op een bijeenkomst van regering en sociale vennoten om een herstel van de economie op poten te zetten, een economie die voornoemde ‘meesters van de donkere kunsten’, op een week tijd voor miljarden randen in deficit hebben gemieterd. Dag regenboog…