Het Deens parlement heeft donderdag een wet aangenomen die het mogelijk maakt om asielzoekers op te vangen in andere landen. Denemarken is naar eigen zeggen al in onderhandeling met meerdere niet-Europese landen en zou al dicht bij een overeenkomst met Rwanda zijn.
Denemarken voelt al enige tijd het daadkrachtigste asielbeleid van West-Europa en voegt hier met deze wet een nieuwe daad aan toe. De wet maakt het mogelijk om asielzoekers, die zich in Denemarken melden, naar een derde land te vliegen alwaar hun verzoek wordt behandeld. Wordt het asielverzoek goedgekeurd, dan vindt de opvang plaats in het derde land. Een verblijf in Denemarken is dan uitgesloten.
Rasmus Stoklund, migratiewoordvoerder voor de regerende Deense sociaaldemocraten, spreekt tegenover Reuters zijn hoop uit dat de wet een rem zal zetten op asielaanvragen: ‘’Als je asiel aanvraagt in Denemarken, dan weet je dat je teruggestuurd zult worden naar een land buiten Europa, en daarom hopen wij dat mensen op zullen houden asiel te zoeken in Denemarken’’.
Denemarken heeft samen met Oostenrijk steun beloofd aan een plan voor een vluchtelingenkamp in Rwanda. Dit kamp zou onder VN-vlag moeten opereren, en zou een oplossing kunnen vormen voor Afrikanen die nu vast zitten in Libië.
Verschillende organisaties hebben, vrij voorspelbaar, hun afschuw uitgesproken over het plan. Het UNHCR (Hoge commissaris voor de Vluchtelingen) vreest dat de Deense wet tot een domino-effect kan leiden, en dat andere Europese landen soortgelijke oplossingen zullen zoeken voor de opvang van asielzoekers.
Ook de Europese Commissie is niet blij met het plan, en stelt dat de wet niet mogelijk is binnen bestaande EU-regels: ‘’Het recht op een asielaanvraag is fundamenteel in de EU. Het verwerken van asielverzoeken buiten de EU roept fundamentele vragen op over zowel toegang tot asielprocedures als het recht op bescherming voor vluchtelingen’’.
Of de wet daadwerkelijk ‘’het recht op bescherming voor vluchtelingen’’ in gevaar zal brengen, is echter maar de vraag. Vluchtelingen zullen immers geen last meer hebben van zogenaamd racisme en uitsluiting door blanken, wanneer zij veilig in een Afrikaans of Aziatisch land op worden gevangen.
Het echte bezwaar van de EU heeft waarschijnlijk meer te maken met eigenbelang, dan met een oprechte zorg over de veiligheid van migranten. Immigratie van buiten de EU brengt namelijk vooral mensen naar Europa die geen sterke emotionele of culturele band voelen met de Europese landen. Voor de Europese Unie is dit interessant, omdat het mensen graag aan de toekomstige federatie wil binden, en de band met natiestaten alleen maar in de weg zit. Bovendien gaan veel niet-Europeanen graag naar het land dat in het verleden hun koloniale moederland is geweest, en koestert een groot deel een stevige rancune tegen dit land. Die rancune kan makkelijk aan worden gewakkerd tot haat, waardoor immigranten de kant van de EU zullen kiezen boven de lidstaat waarin zij wonen.
Het Brexit-referendum laat dit laatste punt goed zien. Blanke Britten stemden met 53 procent voor Brexit. Aziatische Britten stemden echter met 67 procent tegen, net als Britten van gemengde raciale komaf. Bij Zwarte Britten stemde zelfs 73 procent voor lidmaatschap van de EU. Dit betekent dat als Groot-Brittannië een paar procent minder blank was geweest dan het nu is, Brexit verslagen zou zijn.
De mensen die ons vanuit Brussel besturen weten dit, en ze vinden het daarom ook uitermate belangrijk dat de niet-Westerse migratie naar Europa doorgaat. Het is te hopen dat Denemarken met dit beleid zijn reputatie als gidsland voort kan zetten.
Op beide polen is nog enorm veel leefruimte en plaats genoeg om diepvries maaltijden te stockeren en te consumeren.
Wat zijn die Denen toch creatieve gasten ! SCHITTEREND !