Het jaarlijkse congres van het Geopolitiek instituut Vlaanderen – Nederland ging afgelopen zondag in het Begijnhof van Diest over de situatie van twee landen van de Europese Unie. Beiden waren de afgelopen jaren veelvuldig in het nieuws vanwege de twee regeringen en hoe men omging met allerlei essentiële vraagstukken. Het GIVN houdt een jaarlijks congres, organiseerde voor haar leden reizen naar het buitenland om persoonlijk inzicht te krijgen in de situatie aldaar, zoals in het voorjaar van 2019 naar Syrië en Libanon. Er waren bij deze lezing en brunch zo’n 20 mensen aanwezig, uitgever John Morgan sprak over de situatie in Hongarije en de Italiaanse econoom Davide Quadri over Italië.
Davide Quadri liet middels een overzichtelijke presentatie zien hoe de relatie tussen de Europese Unie en Italië in de loop der jaren is veranderd. Wat al neerwaarts liep met de invoering van Euro, waar het land economisch simpelweg te zwak was en volgens spreker een Duits project is om een grote markt te creëren. De regering van Lega en de Vijfsterrenbeweging bracht op gebied van economie en immigratie een grote botsing teweeg. Salvini heeft de massale instroom van immigranten via de Italiaanse kusten tegengegaan, kreeg nauwelijks hulp van Frontex die weinig doen aan bescherming Europese kust. Polen en Hongarije gaven Salvini steun, maar de rest van de EU keerde zich tegen hem. Dit is veranderd onder de nieuwe centrumlinkse regering die de immigratie weer heeft laten doorstromen.
Evenwel staat Italië intern voor en enorme uitdagingen, nauwelijks economisch groei, werkeloosheid op 9,7 %, grote armoedeverschillen tussen noord en zuid, sluiting van staalfabriek en onstabiele banken. Italianen zien zich als Europees land, i.t.t. het Verenigd Koninkrijk, de wenselijke koers van Italië zou volgens Quadri zijn, decentralisatie, demografische versterking, minder belasting. Regionalisme zou volgens hem overheid dichter bij de bevolking brengen.
John Morgan, woonachtig in Hongarije, heeft langdurig het land en de huidige Hongaarse regering kunnen bestuderen, die al van 2006 over het land regeert. De premier Viktor Orbán keert zich met zijn partij Fidesz al snel na de macht in handen te hebben gekregen tegen de neoliberale globalisering, dus tegen massa-immigratie en multiculturalisme. De regering ziet Hongarije niet als een verzameling van individuen, maar als een gemeenschap gebonden door cultuur, taal en nationaliteit.
Hongarije botst regelmatig met de Europese Unie, nog zwaarder vanaf 2015, een kantelmoment, toen de Duitse bondskanselier Merkel massaal migranten toeliet. Orbán ziet Europa als collectieve identiteit bedreigt door de massale immigratie en begon de Hongaarse grens van de Balkanroute af te sluiten en liet immigranten van Boedapest naar Duitsland opsturen. Orbán keert zich publiekelijk tegen de ideeën van mei’68, tegen de Soros-netwerken en hamert regelmatig op het belang van een demografisch politiek. De Hongaren zien de dictaten vanuit de EU gelijk aan die ooit uit de Sovjetunie kwamen.
De Hongaarse regering houdt de eigen belangen van het land voorop, werkt samen met de rechtse regering in Polen en steunde de Italiaanse oud-vicepremier Matteo Salvini, heeft ook een goede relatie met China en Rusland. Grote uitdagingen zijn er door de braindrain van Hongaren naar West-Europa en er is in het land een tweedeling de tussen stad (liberaal) en platteland (conservatief). Orbán is de hoop voor westerse beschaving volgens Morgan, maar is wel de vraag hoelang hij en zijn Fidesz dit kunnen volhouden. Hij heeft wel hulp nodig en weet niet hoelang dit verzet nog te kunnen volhouden en men hoopt op meer steun vanuit West-Europa.

One comment
Comments are closed.