…en dit is vir my ’n hartseer storie, voeg ik daar graag in mijn beste Afrikaans aan toe. Sinds mijn eerste reis van een maand en 8.500 km per kamperwa door dat weidse land (37X belgië) in oktober 1982, was het tussen de Afrikaanse moedertaal en mij liefde op het eerste gehoor. Niet dat ‘mijn’ Afrikaans in die dagen een schoolvoorbeeld was van ABA (Algemeen Beschaafd Afrikaans), wel integendeel, maar ik heb eraan gewerkt en sindsdien het ek die oulike Boeretaal al hoe beter. Ik beken het volmondig: ik hou van die vindingrijke Afrikaanse taal en ek is lief vir die Boere wat dit praat. Het zal de (uiteraard verstandige) lezer van ReactNieuws duidelijk zijn waarom ik boere met hoofdletter schrijf.
Die Boere zijn natuurlijk al heel lang niet meer uitsluitend veldwerkers, maar ik ken in mijn tweede vaderland ook universiteitsprofessoren en andere intellectuelen die zich trots Boeren noemen. En nu keer ik terug naar de titel boven dit stuk, omdat de actualiteit mij leert dat het Afrikaans op school erop achteruitgaat. Dat in het ‘nieuwe Zuid-Afrika’ (ook) de politiek daar voor iets (voor veel?) tussen zit, hoeft niet te verbazen met een ANC aan het bewind dat er maar niet in slaagt een onmiskenbaar minderwaardigheidscomplex over een onverwerkt verleden af te schudden en met partijen als EFF (Economische Vrijheidsvechters) en BFLF (Zwart Eerst Land Eerst) die geen gelegenheid onbenut laten om antiblank en dus anti-Afrikaans racisme te spuien.
Waren er in 2018 nog 1.318 eentalig Afrikaanse scholen en 1.037 Afrikaans-Engelstalige scholen, dit jaar blijven daar nog maar 1.126 Afrikaanse scholen en 1.112 scholen Afrikaans-Engels van over. Let wel: met privé-scholen, die steeds talrijker worden, wordt in deze cijfers geen rekening gehouden. Daar wil terloops nog aan toevoegen dat steeds meer bezorgde ouders er in het ‘nieuwe Zuid-Afrika’ voor kiezen hun kinderen thuis te onderwijzen. Bij de familie Hendrik Verwoerd, die ik zeer goed ken, krijgen alle kleinkinderen thuisonderricht en de resultaten blijken meer dan bevredigend te zijn.
Cijfers die zijn vrijgegeven door Melanie Buys van SOS (Scholenondersteuningscentrum) leren mij dat de West-Kaap (Kaapstad en het gebied ten Westen van die hoofdstad) veruit de meeste eentalig Afrikaanse scholen telt, namelijk 566. Voor wie enigszins met het politieke reilen en zeilen in de ‘Regenboognatie’ vertrouwd is, zal het niet als een verrassing in de oren klinken dat de rijkste provincie, die sinds de machtsovername in 1994 de naam Gauteng (plek van goud) heeft gekregen, nog slechts 113 lagere scholen overhoudt waar de onderwijstaal Afrikaans is. Dat hebben de inwoners van die provincie te ‘danken’ aan parlementariër Lesufi, die als verantwoordelijke minister voor het Gautengse onderwijs, geen geheim maakt van zijn minachting voor de Afrikaners en hun taal.
Onder het voorwendsel dat er te weinig scholen beschikbaar zijn voor kinderen uit Engelssprekende (zwarte) gezinnen, probeert de man zoveel mogelijk leerlingen die geen andere taal dan Engels kennen, over te brengen naar Afrikaanse scholen, die daardoor gedoemd lijken om mettertijd te verengelsen. Voor Engelssprekende ouders komt die politiek van de politicus niet ongelegen, omdat Afrikaanse scholen nog steeds de faam genieten dat het gehalte van hun onderwijs uitmuntend is. Nu jaagt de minister die scholen ook nog eens op kosten, omdat voor de opvang van al die Engelstalige leerlingen niet alleen meer klaslokalen, maar ook meer geschoolde onderwijzers betaald moeten worden. Reacties van ‘gewone’ Afrikaners op de persconferentie van mevrouw Buys liegen er niet om. Een paar staaltjes: ‘We leven weer in een Engelse kolonie’. ‘Wij moeten ons van Zuid-Afrika losmaken’. ‘In het noorden is voor ons geen toekomst, Afrikaners moeten naar de West-Kaap verhuizen’. En intussen gaan de moorden op eenzame boerderijen voort. Om onze beroemde balladedichter Weremeus Buning te parafraseren: En de ploert, hij moordde voort…