Bij de wereldwijd toegejuichte beëdiging van Nelson Mandela in april 1994, werd onder druk van chief Mangosuthu Buthelezi, leider van de Zoeloes, de grootste zwarte volksstam van de republiek, prompt een nieuwe feestdag ingevoerd: Erfgoeddag. Tot dan toe werd op 24 september die feestdag enkel gevierd in de toenmalige oostelijke provincie Natal. Daar herdachten de Zoeloes elk jaar op die dag hun legendarische koning Sjaka Zoeloe (1787-1828) die, naar triomfantelijk werd getuigd, van de Zoeloes opnieuw een trots volk had gemaakt na jaren van onderlinge verdeeldheid. Het weze mij toegestaan bij die feestelijke herdenking enige minder triomfantelijke bedenkingen te opperen. Het kan, zegt een oude volkswijsheid, in de beste families voorkomen, maar de latere koning Sjaka was eigenlijk het gevolg van een slippertje. Toen de jonge Nandi, zijn aanstaande moeder, begon te vermoeden dat zij wel eens in verwachting zou kunnen zijn, haastte zij zich, zoals gebruikelijk, naar de sangoma, de tovenaar, ter bevestiging.

Die sangoma, evenwel, stelt als ‘diagnose’ dat er geen sprake is van zwangerschap, maar dat Nandi alleen maar wat last heeft van een… aardworm. Toen dat het zoontje geboren werd, kreeg het meteen de naam Sjaka, wat in het Zoeloe aardworm betekent. De natuurlijke vader, koning Senzangakona, ontkende het vaderschap (waar hebben wij dat nog gehoord?…) en joeg moeder en kind als ballingen zijn stam uit, een hard en onzeker bestaan tegemoet, dat vooral het zoontje zou opzadelen met een diep wraakgevoel dat een onvoorspelbare en tevens onvoorstelbare stempel op de geschiedenis van het Zoeloevolk zou drukken. Op zijn sterfbed duidde Senzangakona zijn lievelingszoon Sigujana als zijn opvolger aan, maar dat buiten Sjaka, zijn halfbroer Gwade en nog een rits andere samenzweerders gerekend. Die ruimden de favoriet uit de weg en Sjaka liet er geen twijfel over bestaan dat hij en niemand anders nu de koning van de Zoeloes was.

De Napoleon van Afrika

Voor de verbitterde Sjaka was nu het uur van de wraak geslagen en alles wat hij ondernam, was daarop gericht. Het legertje van 500 Zoeloes wist hij in een mum van tijd uit te bouwen tot een machtig leger van 50.000. De impies (krijgers) van dat leger bewapende hij met zijn eigen grote uitvinding: de lange werpassegaai schafte hij af en verving die door een korte steekassegaai. Zijn impies kregen een ruwe Spartaanse opleiding, mochten geen schoeisel dragen en moesten met hun korte assegaaien vechten tot de dood. Desertie werd – uiteraard – met de dood bestraft. In 1816 was Sjaka koning van een Zoeloerijk dat omringd was door een aantal sterke stammen, waarmee een gewapende botsing onvermijdelijk zou worden. Toen de leider van de Ndwandwe-stam Zwide een brute moord pleegde op Sjaka’s weldoener, koning Dingiswayo, barstte een genadeloze oorlog uit.

Beeltenis Sjaka Zulu in Londen

Het kostte Sjaka ettelijke veldslagen eer de Ndwandwe’s in de pan waren gehakt, maar eens zover, was de kleine Zoeloestam uitgegroeid tot de machtigste zwarte natie van heel het zuidelijke halfrond, wat Sjaka de vererende bijnaam ‘Napoleon van Afrika’ bezorgde. Volgens een ruwe schatting zouden zijn veroveringstochten zo’n twee miljoen mensenlevens hebben geëist. Zijn eigen leven werd getekend door de voortdurende angst om vermoord te worden. En zo geschiedde. Ergens tussen 21 en 24 september 1828 werd koning Sjaka vermoord door twee halfbroers, onder wie de jaloerse Dingaan, die hem als koning zou opvolgen en die Voortrekkersleider Piet Retief en zeventig ongewapende metgezellen wreed zou doen vermoorden. Het oogt allemaal niet direct als een opbeurend erfgoed, dat besef ik ook wel, maar president Cyril Ramaphosa heeft op 24 september in Kaapstad een verzoenend pleidooi gehouden voor een respectvolle samenleving, waarin elk volk, zwart en bruin en blank, recht heeft op eigen taal en eigen geschiedenis. Minstens toch voor één Erfgoeddag.

Dit nieuws alleen dankzij jouw steun!

Help ons de leugens van de main stream media (MSM) te doorbreken. Geef ons 5 euro – of meer!

€ 5,00

Trending

%d bloggers liken dit: