Het blijft onrustig in het noorden van Kosovo waar een grote Servische gemeenschap leeft, door constante dreigingen van geweld en mogelijke bezetting door de Kosovaarse autoriteiten. Het grootste gedeelte van Kosovo wordt bewoond door Albanezen. Achtergrond van de spanningen zijn de tegenwerking vanuit Kosovaarse autoriteiten voor het organiseren van een Servische gemeenschap in het noorden van het land. Dit is besloten in een afspraak uit 2013 tussen Servië, de Europese Unie en Kosovo.

Afgelopen maandag werd door Albanezen separatisten volledig onrechtmatig Marko Djuric, het hoofd van Servische Overheidskantoor voor Kosovo en Metohija, gearresteerd. Hij werd mishandeld door wat Albanese agenten zouden zijn, kreeg klappen, dreigementen en de roep ‘allahu akbar’ te horen. De overheidsfunctionaris van Servië had in het noorden van Kosovo een afspraak met lokale Servische organisaties en schond met zijn publieke bezoek geen enkele afspraak.

Dergelijke activiteiten passen in een verder intimidatie van Albanezen richting de Servische minderheid in het noorden van Kosovo en worden opmerkelijke genoeg oogluikend toegestaan door de Europese Unie en de Amerikanen. De laatste hebben in het land een grote militaire basis en substantiële invloed op het beleid. Naast de vertegenwoordiger van Servië werden ook enkele advocaten en journalisten gearresteerd en ondervraagd.

Vanuit Servië is er groeiend onbegrip over de rol van Kosovo met betrekking tot haar Servische gemeenschap. Men weigert stelselmatig gemaakte afspraken na te komen en werkt tegen om voor de Serven een formele structuur van de gemeenschap van Servische gemeenten werkelijkheid te maken. De Europese Unie eist van Servië dat het tegemoetkomt aan de eisen vanuit Kosovo, dit zou dan de mogelijkheid vergroten voor Servië om in de toekomst tot de EU toe te kunnen treden.