Eén van de machtigste sectoren van het land, de bouwsector, lijdt al jaren, decennia, onder het fenomeen van sociale dumping. Het is echter lang niet de enigste sector meer, ook de transportsector, de IT-sector, de bankensector en tal van andere dienstensectoren hebben zware oneerlijke concurrentie te verduren.
Een opiniebijdrage van Jan De Backer, een jonge zelfstandige loodgieter.
Minstens één maal per jaar, als een wilde feniks die herrijst uit zijn as, klagen de hoge bonzen uit de sector, meestal samen met de vakbonden, over het probleem en minstens evenveel keren blazen de politici vanuit hun ivoren torens dat ze het probleem dit keer gaan aanpakken en oplossen. Alle goede bedoelingen ten spijt is er echter nooit een oplossing gevonden, meer nog, het probleem van sociale dumping wordt groter en groter. Het probleem meten is zeer moeilijk maar het gaat over honderdduizenden jobs in België, in de bouwsector alleen is er al sprake van 100.000 jobs.
De oplossing blijft uit
Het is alsof de these, de belanghebbenden die klagen, en de antithese, de politici die sussen, zich tot het oneindige herhalen en de synthese er nooit komt. Waarom komt de synthese er niet, vraag ik mij dan af? Als jonge ondernemer in de bouwsector ben ik een primaire getuige en zie ik de problemen van de sociale dumping bijna elke dag. Minder jobs voor collega’s, minder communicatie, minder veiligheid, slechtere werkomstandigheden, minder zekerheid voor de bouwheer, enzovoort.
Als bouwbedrijf met Vlaamse werknemers werken maakt je offertes 30-40 % duurder dan een bouwbedrijf die via detachering werkt. Niet meedoen betekent dus minder of zelfs geen werk. Bedrijven die vooruit willen hebben bijna geen andere keuze dan detacheringsbureaus in te schakelen om concurrentieel te blijven. Dit geldt zeker voor de industriebouw waar buitenlandse werknemers de standaard geworden is.
Kosten zijn enorm
De kosten van sociale dumping moeten gigantisch zijn. Er zijn de directe kosten zoals het mislopen van personenbelastingen en vennootschapsbelastingen omdat elk jaar tienduizenden jobs en Vlaamse bedrijven verdwijnen. Er zijn echter ook de indirecte kosten die moeilijker meetbaar zijn, zoals minder consumptie en een negatieve handelsbalans.
Laten we het voorbeeld nemen van een openbare aanbesteding in de wegenbouw waar zowel een Nederlands bedrijf met Hongaarse detacheringsbureaus voor meedingt als een Vlaams bedrijf met Vlaamse werknemers. Het Nederlandse bedrijf zal goedkoper kunnen gaan in de offerte en de aanbesteding binnenhalen. Het geld vloeit naar het Nederlandse bedrijf, de sociale bijdragen en lonen naar Hongarije. Vlaanderen blijft verweesd achter met bedrijven die geen aanbestedingen meer binnen halen en werknemers die technisch werkloos worden.
Geld vloeit naar het buitenland, minder binnenlandse consumptie, minder groei, enzovoort. De kost op lange termijn zal veel groter zijn door te kiezen voor het iets goedkopere Nederlandse bedrijf met buitenlandse werknemers dan wanneer er zou gekozen worden voor het Vlaamse bedrijf met Vlaamse werknemers. Meer werkgelegenheid, meer inkomsten uit belastingen, meer consumptie, geen geld dat wegvloeit. Zeer korte termijn denken en de politici zouden dit toch ook moeten zien?
Het probleem ligt bij de EU
De politici zien dit en proberen krampachtig oplossingen te formuleren maar slagen er niet in om het probleem ten gronde op te lossen. De kern van het probleem is dat de nationale politiek machteloos is. De oplossing ligt bij Europa waar 70 % van de regelgeving gemaakt wordt, die er voor zorgt dat het systeem van detachering legaal is en dat buitenlandse bedrijven mogen meedingen met openbare aanbestedingen. De Vlaamse of Belgische regelgeving zou dan in strijd zijn met de Europese, wat niet mag.
De synthese zou in dit geval het opheffen van de Europese regelgeving zijn die het mogelijk moet maken om staten hun eigen wetgeving op te laten maken inzake detachering, werkvergunningen en aanbestedingen. Controle van de grenzen en een nationaal wetgevend kader dus. Het klinkt gemakkelijk maar in dit kluwen van een bureaucratisch monster als Europa waar er geen directe democratische macht wordt uitgeoefend is dat geen evidentie. De nationale belangen zijn in Brussel ondergeschikt aan de droom van een ééngemaakt Europa. De droom is belangrijker dan de realiteit.
De EU zoals we het nu kennen kan niet verder. Het trekt alle wetgeving naar zich toe maar er is geen politieke slagkracht waardoor we een zwak Europa hebben, maar ook zwakke Europese staten. Het slechte van beide dus. Ofwel wordt er meer vrijheid gegeven aan de lidstaten ofwel moet de evolutie sneller verder gezet worden naar een unitair Europa. Een soort nieuwe superstaat waar de minimumlonen en sociale zekerheid gelijkgesteld worden. Een race naar the bottom. Dit betekent dat de Westerse landen zwaar moeten inboeten aan welvaart om op gelijk niveau te komen met andere landen uit de Unie. Daarbij leert de geschiedenis ons dat pogingen tot een eenmaking van Europa altijd eindigen in bloedvergieten. Voor dit laatste scenario pas ik alleszins.
De import van onderontwikkelden zal de doodsteek worden voor de ontwikkelde Europeanen.
Om dat te voorkomen zullen we eerst de importeurs moeten uitschakelen, die zitten ‘soms’ samen in die grote EU aquarium in Brussel.
Hopelijk zal G.B. donderdag de start van de sloop inzetten, hopelijk, nadien zullen de importeurs voor een Volkstribunaal moeten gesleept worden zodat ze er nooit ongestraft langs geraken voor hun zware misdaad gepleegd tegen de Europeanen.