Jef Elbers vertaalde onlangs het beroemde boek ‘Le Camp des Saints’ in het Nederlands. Hier licht hij het visionaire werk toe.
Goede Vrijdag van het jaar des Heren 1971. Vanuit zijn werkkamertje aan de Côte d’Azur kijkt de Franse romancier Jean Raspail mijmerend over de vredige Middellandse Zee uit. In zijn verbeelding ziet hij een armada roestige vrachtschepen opduiken, omringd door duizenden drijvende lijken, en aan boord één miljoen hindoes.
De indringers willen op die manier Europa veroveren, dat voor hen een Eldorado is, het Beloofde Land van melk en honing. Het zijn allochtone armoezaaiers die hier geluk willen oogsten, ook al gaat dit ten koste van de autochtone inwoners, van wie de voorouders met veel zweet, bloed en tranen een relatieve welvaart hebben opgebouwd. Deze invasie heeft ogenschijnlijk een ‘pacifistisch’ karakter, want deze merendeels jonge mannen zijn ongewapend. Maar hun verborgen wapens zijn – naast hun massaal aantal – tentoongespreide weerloosheid, hun meelijwekkende verhalen en schrijnende miserie. Mede door de beelden van de talrijke lijken, de vrouwen en de kleine kinderen die ze in hun kielzog meeslepen, appelleren zij schaamteloos aan de medemenselijkheid van de zachtmoedige Europeanen die, uitgeput door twee wereldoorlogen, moreel té verzwakt zijn om nog echt weerwerk te kunnen bieden aan de psychische chantage. Deze onconventionele oorlogsvoering werkt, met als resultaat de verarming van de allochtone bevolking, die eerst nog vrolijk zingt van “De wereld is van iedereen”, om uiteindelijk vervangen te worden door de nieuwkomers.
Visionair
Tot daar de toekomstvisie van Jean Raspail. En hij doet wat een schrijver hoort te doen: hij schrijft een boek. Het wordt de roman ‘Le Camp des Saints’. De inspiratie voor zijn titel haalt hij uit het Bijbelse boek Apocalyps, waarin de volgelingen van het Beest het legerkamp der Heiligen overrompelen. In 1973 is het boek klaar. Uitgever Robert Laffont is wildenthousiast over dat magistrale werk, dat zowel visionair als literair is. Overal waar hij komt, vertelt hij de ‘pitch’ van dit oeuvre in volgende bewoordingen: “Eén miljoen immigranten komen naar hier. Indien men ze laat ontschepen, volgen er in de kortste keren nog vijf miljoen… Wat te doen? Ofwel schiet men ze blindelings overhoop (letterlijk: on tire dans le tas), ofwel laat men hen begaan.” Hoewel politieke correctheid in de jaren zeventig in Europa nog geen ingeburgerd begrip is, en een opinie nog geen delict dat door wetten wordt bestraft, beseffen de linkse media (een pleonasme) onmiddellijk het gevaar dat ‘Le Camp des Saints’ voor hun multicultureel denkgoed kan betekenen. Hoe durft die schrijver een zo negatief, pessimistisch en destructief beeld ophangen van de immigratie, die een verrijking is voor onze maatschappij! Toch? Zo huilen de kaviaarlinkse opiniemakers en duiders. Meteen valt het hoge woord racisme.
vierde wereld
Jean Raspail is geen racist. Hij is naast een begenadigd schrijver, ook een rasbewuste ontdekkingsreiziger, die het in al zijn romans opneemt voor de kleine verdrukte bevolkingsgroepen, die door het massatoerisme zienderogen verdwijnen. Hij is voorstander van de westerse echte aristocratie die gevormd wordt door kleine minderheden en de enkelingen die zich tegen het politiek correcte ‘eenheidsdenken’ durven verzetten en moedig doorvechten voor het behoud van hun specifiek ras (hun haplogroep zoals dat nu in de genografie heet) en hun eigen cultuur, ook als ze beseffen dat ze voor een verloren zaak strijden. Naar eigen zeggen van de schrijver gaat ‘Le Camp des Saints’ in de eerste plaats niet over de dreigende immigratie, maar over de lafhartigheid van de gemanipuleerde Europeanen, de bange blanke mannen die hun grenzen en hun deuren openzetten voor heel de derde wereld, waardoor zijzelf de vierde wereld dreigen te worden.
In een interview van begin 2015 met een Franse televisiezender voorziet de nu 89-jarige Raspail dat dit fysieke vervangingsproces zich in 2050 in Frankrijk volledig zal voltrokken hebben. De vervanging van traditionele morele waarden heeft zich in de geesten van de misleide Europeanen inmiddels al voltrokken: het ab-normale wordt als normaal beschouwd; processies worden vervangen door gay-prides en de mislukte travestiet Conchita Würst wordt de goegemeente opgedrongen als Europees cultureel erfgoed; totale tolerantie wordt het oppergebod van de politiek correcte religie en opkomen voor de eigenheid wordt als discriminatie gestigmatiseerd, de ultieme doodzonde.
meesterwerk
In datzelfde interview zegt Jean Raspail dat hij bewust gekozen heeft om van de indringers hindoes te maken, en geen moslims. Want het immigratieprobleem heeft in de eerste plaats te maken met het massale aantal immigranten, ongeacht hun religie: of het Europese schip nu overladen wordt met mohammedanen, boeddhisten, animisten, dan wel met heidenen, als het eenmaal overvol is, dreigt het onherroepelijk te zinken.
Jean Raspail maakt ons in ‘Le Camp des Saints’ van deze dreiging bewust. Opdat ook het Nederlandstalig publiek zich van dit dreigende gevaar bewust zou worden (als dat al niet gebeurd is door de ‘dobbernegers’ die de laatste maanden via de Middellandse Zee ons continent binnenstromen) brengt uitgeverij Egmont een Nederlandse vertaling van dit visionaire meesterwerk. Een literair epos, een politiek moedig essay, een noodzakelijk boek. Want de verschrikkelijke tijden die Jean Raspail ruim veertig jaar geleden al voorspelde, zijn nu aangebroken.
Jef Elbers
Het boek kan nu online besteld worden via deze link.