Deze week werd in de Tweede Kamer beslist over een wijzigen van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra. Men wil in dit verband gaan regelen dat er de mogelijkheid komt om een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal. Indiener van het wetsvoorstel is de Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zoals wel duidelijk is, zal dit resulteren in een verdere invloed van de Engelse taal, wat door velen in Nederland wordt aangepraat als wat men noemt dé internationale taal.
In het wetsvoorstel staat dat leerkrachten reguliere vakken mogen uitleggen in een vreemde taal. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs gaat basisscholen dan de mogelijkheid geven om maximaal 15 procent van hun lestijd aan te bieden in een van deze drie talen. Het komt er feitelijk op neer dat lessen op de basisschool ook in vreemde taal mogen gegeven worden, dus straks biografie- of aardrijkskundelessen krijgen in de Engelse, Duitse of Franse taal. Het is niet verplicht voor basisscholen om dit ook te volgen.
Het gaat hier dus niet alleen om Engelse lessen, want die mogen al worden gegeven, maar om reguliere lessen waarin de leraar de uitleg geeft in een vreemde taal. De kwestie over het tweetalig onderwijs en de lopende Engelse proef hiermee, kwam eerder al voor het Gerechtshof te liggen, toen de Stichting Taalverdediging de wettelijke basis hiervan bestreed en de rechtszaak verloor.
Slechts twee grote partijen, te weten de PVV en de SP, stemden tegen dit wetsvoorstel evenals een aantal kleine partijen en afsplitsingen. Dit was niet genoeg om het wetsvoorstel tegen te houden. De tegenstanders willen liever dat jonge kinderen eerst goed Nederlands leren en tevens was er de vraag om vooraf onderzoek te doen naar de effecten, maar dat werd door de Staatssecretaris van de hand gewezen.
Het wetsvoorstel ligt nu in de Eerste Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bespreekt op 31 maart 2015 de procedure.