Het ziet er naar uit dat de zogenaamde Hete Herfst, waarvan vandaag aflevering zoveel doorging, voor een verregaande polarisatie tussen stakers en niet-stakers zorgt. Veralgemeningen zijn niet uit de lucht en de emoties laaien hoog op, tot aan het hysterische toe. Voor de enen zijn stakers luiwammesen en moeten de vakbonden maar eens afgeschaft worden, voor de anderen zijn de patroons dieven en egoïstische smeerlappen die via hun belangenorganisaties de regering naar hun hand zetten. Buiten enkele uitzonderingen viert het zwartwit-denken hoogtij. Nochtans is dit debat er één met verschillende gelaagdheden. Tijd dus voor wat bedenkingen.
Laten we beginnen met het patronaat. Iedereen kent het verhaal van Marc Coucke, die zijn firma – Omega Pharma – verkocht aan het Amerikaanse geneesmiddelenbedrijf Perrigo en daar persoonlijk 620 miljoen euro cash aan overhield, plus hetzelfde bedrag in Perrigo-aandelen. Naar eigen zeggen was hij ooit begonnen met 1000 euro geleend geld, en nu is hij multi-miljonair. Je moet het maar doen; het is niet iedereen gegeven. Nu wordt hem verweten dat hij geen belastingen betaald op dit bedrag, maar wat willen zijn criticasters dan? Dat hij een deel van zijn fortuin zomaar weggeeft? Hoeveel van zijn criticasters zouden dat doen? Het is ook niet de schuld van Marc Coucke dat hij op dat bedrag geen belastingen moet betalen. Coucke bepaalt de wet immers niet. Coucke is wel iemand die een deel van zijn geld herinvesteert, wat mogelijk nieuwe banen oplevert. Jaloezie op het succes van Coucke is misplaatst: hij heeft risico’s genomen en hard – zéér hard – aan dat succes gewerkt. Het is goed om te beseffen dat mensen zoals Coucke nodig zijn voor onze economie. Mensen zoals hem, die risico’s nemen en voor werkgelegenheid zorgen, zouden meer moeten aangemoedigd worden. We kunnen er allemaal wel bij varen.
Over de ondernemers die minder geluk hebben, lezen we dan weer minder in de kranten. Zo is er het verhaal van een jonge ondernemer in het Antwerpse. Deze man werkte dag en nacht, met hart en ziel, om van zijn bedrijf een succes te maken. Ook hij nam risico’s, maar in tegenstelling tot Marc Coucke haalde hij het niet. Hij werd genekt door de crisis en door oneerlijke concurrentie: een rechtstreekse concurrent werd gesubsidieerd omdat het Pakistanen waren die het blijkbaar waard waren om gesteund te worden. Met misbruik van ons belastingsgeld werd de droom van een jonge Vlaamse ondernemer vakkundig de grond ingeboord. Daar horen we de vakbonden niet over; nochtans stelde deze ondernemer twee mensen te werk.
De stakers die bedrijven plat leggen moeten goed beseffen dat ondernemers dag en nacht werken of toch in ieder geval veel meer uren kloppen dan de gemiddelde werker om hun bedrijf draaiende te houden. Velen ervan zijn geen miljonairs, nemen heel wat persoonlijk risico, zien zwarte sneeuw, zorgen voor werk, lijden ook onder de crisis en falen soms. Waarom dan zo fanatiek reageren tegen deze mensen? ‘We maken de economie kapot!’, stond ergens te lezen in de sociale media. Hoe dwaas kan iemand toch zijn!
Gelukkig denken niet alle stakers daar zo over. Het gaat dan ook niet op om te beweren dat alle stakers luiwammesen zijn. Natuurlijk zijn er stakers die liever lui dan moe zijn, maar er zijn ook harde werkers bij en stielmannen die goed werk leveren. Er zijn er ook bij die in lastige omstandigheden moeten werken; in weer en wind zwaar werk moeten verrichten. Deze mensen zijn het beu om als melkkoe te dienen. Ze zijn de hoge prijzen voor woningen beu en de stijgende rekeningen voor gas- en elektriciteit: het water staat hen nu soms al aan de lippen. Het einde van de maand zien zij (niet allemaal) met een bang hart tegemoet. En dan moeten zij van de regering besparen om een crisis te bezweren die zij niet veroorzaakt hebben. Terwijl de patroons in verhouding inderdaad veel meer verdienen dan vroeger ten opzichte van de gewone werknemers en sommige bedrijven hun kapitaal parkeren in belastingparadijzen. De emmer loopt over en dus staken zij, wat in hun ogen de enige mogelijkheid is om te protesteren.
En natuurlijk is staken schadelijk voor de economie. Maar er mag ook gerelativeerd worden, zoals bijvoorbeeld Erik Geenen dat doet, de man met het groene petje, die rechtszaken voert tegen de Nationale Bank van België en tegen Electrabel. Erik Geenen wijst er in de sociale media op dat ook de banken de economie enorme schade hebben toegebracht. Er is ook de econoom Yvan Van de Cloot, die in zijn recente boek wijst op het nog steeds aanwezige risicogedrag van banken en politici. De kans is trouwens groot dat de banken weer in moeilijkheden komen, met alle gevolgen voor de economie van dien. Vreemd dat daar niets aan gedaan wordt: het grootkapitaal komt er in het algemeen overigens goed vanaf. En met grootkapitaal worden niet de ondernemers zoals de ongelukkige zaakvoerder uit het Antwerpse bedoeld: dat zijn eveneens kleine, hardwerkende garnalen. Neen, het gaat hier over de steenrijke industriëlen, zoals de families die tot de rijkste 1% van de bevolking horen. Deze 1% zou over een gezamenlijk vermogen van zo’n 377,8 miljard euro beschikken. Laat deze families 1% van dat gezamenlijke vermogen afdragen: wedden dat ze met de overige 99% nog altijd goed kunnen rondkomen? Met het opgehaalde geld zou al heel wat nood kunnen gelenigd worden, op voorwaarde natuurlijk dat de overheidsuitgaven goed besteed worden en er geen sinterklaaspolitiek meer gevoerd wordt. Ze zullen er geen boterham minder om eten, in tegenstelling tot veel Vlamingen die minder fortuinlijk zijn.

Veel stakers bedoelen het dan ook goed: ze voelen zich een ‘working class hero’ die het opneemt voor de kleine man, en ze zijn ervan overtuigd dat ze staken tegen de maatregelen van de huidige regering. Maar in werkelijkheid maken de vakbonden, en vooral de Waalse socialisten, misbruik van de nobele gevoelens van de gesyndiceerde werknemers. De vakbonden en de socialisten zijn immers ontevreden met de regering, omdat deze te rechts en te Vlaams is met de N-VA in haar rangen. Het beeld van de staker met het anti-N-VA-symbool of de mislukte bestorming van het N-VA-hoofdkwartier zeggen genoeg: tegen wie of wat wordt er eigenlijk gestaakt? Tegen de besparingsmaatregelen van de regering of tegen de N-VA? Nochtans is ook de N-VA niet de schuld van de crisis, noch van het wanbeleid dat door vorige regeringen gevoerd werd. Maar vooral de Waalse socialisten zijn woest omdat ze niet in de regering zitten en de N-VA wel. Dus grijpen ze terug naar een aloude communistische oproertechniek: de algemene staking door middel van blokkades om de economie te blokkeren en om regeren onmogelijk te maken. De PS misbruikt hier dus de eerlijk bedoelde doelstellingen van veel syndicalisten om geen andere reden dan kortzichtige partijpolitiek en om de belangen van Wallonië te verdedigen. Want laten we niet vergeten dat het Waalse regionalisme het meest vertegenwoordigd is in de rode syndicalistische rangen. Wie weet er trouwens nog dat de stoottroepen van Happart in Voeren afkomstig waren uit de socialistische Luikse vakbondsmiddens?
De taboes blijven trouwens onaangeroerd: de financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië en immigratie. Wat die financiële transfers betreft, kunnen we kort zijn: deze afschaffen is tegen de Waalse belangen. Ze houden België bijeen. Over het andere thema – immigratie – wordt al helemaal gezwegen door de vakbonden, althans door de top ervan. Want als je sommige syndicalisten – ook rode – hun mening hoort verkondigen over vreemdelingen, dan mogen ze blij zijn dat ze niet gekend staan als Vlaams Belanger, anders hadden ze al lang een proces aan hun been gehad. En daar zijn ook syndicalisten bij die stakingspiketten bemannen.
Maar het probleem is dat de vakbonden migratie geen probleem vinden. Ze huilen mee in het koor van de multikul, ook al houdt een flink deel van hun achterban er een andere mening op na. En dat schept een kunstmatige verdeeldheid tussen links en rechts. Wie het algemene onbehagen over de overheid, de economie, migratie en andere thema’s kan bundelen, zou wel eens een machtige beweging tot stand kunnen brengen, een beweging die gevaarlijk is voor de gevestigde machten. En dat willen onder andere de vakbonden ten allen prijze voorkomen. Ook van de parlementaire oppositie moeten we voorlopig zo’n beweging niet verwachten. De linkse oppositie misbruikt de werknemers om ze verder op te jutten tegen de N-VA. De rechtse oppositie meet zich een sociaal kleedje aan, maar gaat niet tot de kern van de zaak. Er is wel kritiek op de EU, maar niet ten gronde: de banken blijven buiten schot. Het blijft ‘kurieren am Symptom’. Zich keren tegen het vrij verkeer van personen is niet genoeg; de rechtse oppositie zou zich ook moeten keren tegen het vrij verkeer van kapitaal. Niet alleen moeten de taboes (transfers en migratie) worden aangepakt, ook moet een hervorming van de bankensector – en als het even kan: van heel het financiële systeem – worden geëist. Anders blijft elke vorm van oppositie een slag in het water. En blijven we ter plaatse trappelen terwijl de meningen verder polariseren.