Nadat we de absolute top van het Belgische establishment onder de loep namen bekeken we vorige keer hoe de vakbonden in dit land braaf uit het handje van de machthebbers eten, zodat ze uiteindelijk zelf tot het establishment zijn gaan behoren. Ook zagen we hoe bepaalde figuren in de CD&V, de SP.a en de Open VLD zich tegen het eigen volk keren en de agenda van de Franstaligen uitvoeren. Vandaag gaan we naar de onderste sport van de ladder en leren we hoe heel het linkse socio-culturele wereldje zich uit haat tegen het Vlaams-nationalisme laat misbruiken door het Belgische regime, dat zich ongetwijfeld geen nuttiger idioten kan inbeelden.
De linkse kerk
Een opvallende verdediger van de Belgische staat is de linkse kerk. Inderdaad: de linkse kerk, compleet met hogepriesters, dogma’s en excommunicaties van elke ketter die haar mening durft contesteren. De linkse kerk ontstond in mei ’68, toen radicale jongeren uiterst-links een nieuw elan bezorgden. Omdat de arbeidersmassa zich niet interesseerde in de communistische oproerkraaiers en er dus op korte termijn geen revolutie inzat, besloten ze dan maar de maatschappij te veroveren door een ‘mars door de instellingen’: de revolutionairen moesten hun plaats innemen in de politiek, de vakbonden, het gerecht, het onderwijs, de jeugdbeweging, de Kerk en de media. En dat is hun aardig gelukt, behalve dan dat de revolutionairen van toen niet altijd even goed bestand waren tegen de geneugten van het burgerlijke leventje en dat er uiteindelijk – en gelukkig maar! – geen dictatuur van het proletariaat tot stand is gekomen. Dat leidde tot het fenomeen van de bobo’s: de bourgeois-bohémiens, met het hart links en de portefeuille rechts. Door het veroveren van bepaalde posities in de maatschappij (als rechter of als journalist) maakten zij op de duur zélf deel uit van het establishment. Vanuit hun achtergrond waren zij internationalistisch ingesteld, maar door hun afkeer voor het Vlaams Blok kwamen zij in het belgicistische kamp terecht. In 1991 werd onder impuls van vooral Agalev-politicus Jos Geysels het beruchte cordon sanitaire tegen het Vlaams Blok in werking gesteld. Links wilde met het cordon sanitaire het racisme bestrijden, maar speelde daarmee in de kaart van het Belgisch establishment, dat hierin een manier vond om een snel groeiende anti-Belgische tegenstander te bestrijden.
Pseudo-rebellen
Alle initiatieven tegen het Vlaams-nationale Vlaams Blok kregen dan ook de rode loper uitgerold in de media, hetgeen de N-VA – zij het in veel mindere mate – ondertussen ook al heeft mogen ondervinden. In de culturele sector krijgen artiesten die aan de ‘weldenkende’ (lees: anti-Vlaamse) kant van de maatschappij staan voluit subsidies, zendtijd op televisie en lovende commentaren in de kranten. Net als de vakbonden hebben ze het over het lege begrip ‘solidariteit’, alsof er nooit een studie is geweest – professor op rust Juul Hannes, nooit van gehoord? – die de mythe van de financiële transfers van Wallonië naar Vlaanderen naar de prullenmand verwees. Dat de Walen, elke keer wanneer zij denken dat de Vlamingen teveel macht krijgen, de eersten zijn om te dreigen met het einde van België en dus om de veelgeprezen ‘solidariteit’ op te blazen, lijken zij niet te beseffen. Ondertussen mogen de pseudo-rebellen optreden – voor de deur van het koninklijk paleis nota bene – op de Belga-Vox-concerten. Belga-Vox is een vereniging die zegt op te komen voor het versterken van de solidariteit, de dialoog, het respect, het samenhorigheidsgevoel en de multiculturele diversiteit in België. En oh ja: Belga-Vox wil ook helpen bij het versterken van de Belgische identiteit, wat dat ook moge zijn. Links en het establishment hebben elkaar duidelijk gevonden: de anti-kapitalisten hebben zich verenigd met de top van het Belgische kapitalisme. De vroegere communisten zijn dappere patriotten geworden die vechten voor de Belgische identiteit. En wij die dachten dat ‘identiteit’ een vies – want nationalistisch – begrip was?
Nuttige idioten
Maar ook het laatste restant van het communisme in ons land, de PVDA, neemt het op voor België. Onder de noemer ‘Niet in onze naam’ en met de slogan ‘Solidariteit maakt een cultuur groot’ wilde de PVDA, in de periode dat het maar niet lukte met de regeringsvorming, ‘het bekrompen nationalisme en de splitsingsrage’ tegengaan, met als hoogtepunt een avondvullend programma in de ‘Vlaamse’ schouwburg in Brussel, de KVS, begin 2011. Dat ze daarmee de legitieme ontvoogding van de Vlamingen tegengaat en het Franstalige imperialisme steunt ontgaat haar blijkbaar. Nochtans weten ze bij de PVDA zeer goed wie er tot de top van het Belgische establishment hoort : op haar gelegenheidswebstek www.miljonairstaks.be vind je de namen van personen en families die ook in deze artikelenreeks voorkomen. De webstek biedt een overzicht van de geschiedenis en de rijkdom van deze families, maar staat niet stil bij de rol die deze families speelden – en nog steeds spelen – in het achteruitstellen van de Vlamingen en van het 19de eeuwse, reactionaire en bekrompen franskiljonisme dat ze vertegenwoordigen en waarvoor België symbool staat. De miljonairs van het establishment zullen blij geweest zijn met de steun van de communistische PVDA, de eeuwige nuttige idioot.
Burgeriniatieven
De campagne ‘Niet in onze naam’ viel gelijktijdig met andere initiatieven. Toevallig of niet, maar op één week tijd, als was het op bevel, ontsproten in januari 2011 verschillende ‘burgerinitiatieven’ van zogenaamde verontruste burgers tegen de politieke impasse: virtueel kamperen in de Wetstraat, filmpjes op internet, een baardgroeicampagne en als klap op de vuurpijl een betoging. Als dit al geen georkestreerd offensief van de gevestigde machten was, dan viel het wel op dat al deze initiatieven ruim aan bod kwamen in de media, waardoor men het zo wilde voorstellen dat ‘de bevolking’ niet geïnteresseerd was in de communautaire onderhandelingen en snel een regering wilde. Felix De Clerck, zoon van CD&V-minister van justitie Stefaan en de man achter SHAME, de organisator van de betoging in Brussel, mocht het dan voorstellen alsof het protest niet gericht was tegen het Vlaams-nationalisme, maar van in het begin gebruikte de groep de Belgische driekleur en tijdens de betoging kwam het tot geweld tegen vreedzaam tegen-betogende militanten van TAK, overigens zonder dat de organisatoren achteraf één blijk van schaamte vertoonden. Voor de betoging was De Clerck samen met Mark Eyskens te gast in de VRT-studio’s: de recuperatie was ingezet. In elk geval is De Clercks bedje gespreid: als ministerszoontje behoort hij sowieso tot het establishment, en als hij zich zo blijft inspannen voor het vaderland zal hij nog ver komen. Hoe ver? We houden u op de hoogte!
Wil tot macht
Het Hof, het grootkapitaal, de linkse kerk… allemaal samen vormen ze een monstercoalitie om het ‘Vlaamse Beest weer in zijn kooi te krijgen’ (dixit Guido Naets), en dit onder meer door op het schuldgevoel van de Vlamingen in te spelen. Deze ellendige situatie is het gevolg van de scheiding der Nederlanden in de 16de eeuw, toen de Zuid-Nederlandse elite, op de vlucht voor de Spaanse Inquisitie, massaal wegtrok naar het Noorden. Sindsdien bestaat er in Vlaanderen geen zelfstandig denkende bovenlaag meer. Dat gebrek aan bovenlaag is ook de oorzaak van de psychologische achterstand die we ten opzichte van de Franstaligen opgelopen hebben. Een psychologische achterstand die zeker niet te onderschatten valt: de huidige Vlaamse ‘elite’ voelt zich onzeker ten opzichte van de Franstaligen en is niet bestand tegen de verlokkingen van de macht. Dat is de reden waarom onze ‘elite’, die ontstaan is uit een zeer burgerlijke middenklasse en erg gericht is op de schone schijn, zichzelf steeds verkoopt, in de hoop ‘erbij te horen’ en misschien wel een baronnentiteltje in de wacht te slepen. Wat de Vlaamse bovenlaag mist is een condottiere, een veroveraar, met een onverbiddelijke wil tot macht. Jammer genoeg heerst in Vlaanderen teveel een kruideniersmentaliteit: de Vlamingen zijn nu eenmaal geen revolutionair volkje. En misschien komt de beste typering nog van Lode Claes: ‘De Vlaming mist de kracht van het zijn op hoog niveau.’
SLOT