Miel Cools heeft het tijdelijke voor het eeuwige ingeruild. Zonder te overdrijven kunnen we stellen dat een groot Kleinkunst-artiest ons verlaten heeft. Cools trad nog op tijdens het jongste Vlaams Nationaal Zangfeest in de Antwerpse Lotto-Arena en voor velen was het een terugdenken aan onze (zeer) jonge jaren. Miel Cools kneep niet alleen de katjes in het donker, hij had ook het hart op de juiste plaats. Vlaanderen was voor hem zijn thuis, Groot-Nederland een idealistische droom.
Omwille van politieke correctheid gaat ‘men’ echter in Vlaanderen soms zeer ver en wordt er zelfs af en toe niet voor terug gedeinsd een soort postume censuur toe te passen Zo werd naar aanleiding van het overlijden van Gerard Walschap heel wat aandacht aan zijn oeuvre besteed. Eén boek werd echter systematisch ‘vergeten’ namelijk ‘De Culturele Repressie’, een essay dat hij in 1969 bij Heideland in Hasselt had uitgegeven.
Het was in feite eerder een satirisch pamflet waarin hij de draak stak met gans het gedoe rond ‘Mei ’68’ en dus ook met een aantal modieuze schrijvers die aan één en ander duchtig meededen. Ze maakten meestal deel uit van de stal van Angèle Manteau en Julien Weverbergh bijvoorbeeld. Als ik u vertel dat zelfs Hugo Claus door Walschap niet gespaard werd, zult u wel begrijpen dat dit, naar solfer stinkend, stukje drukwerk niet op de index van de ‘weldenkenden’ in dit land werd gezet maar bovendien in een diepe vergeetput terecht kwam.
Het Geuzenlied
De eerste studenten- en scholierenrevolte ontbrandde in mei ’66 naar aanleiding van het ondertussen berucht geworden mandement van de Belgische bisschoppen, waarin gesteld werd dat de Franstalige universiteit in de stad aan de Dijle zou blijven en dat er dus van LEUVEN VLAAMS geen sprake kon zijn. Op het Zangfeest dat toevallig in diezelfde maand plaats vond was onder meer een optreden van Miel Cools geprogrammeerd.
Het ‘Geuzenlied’ dat hij voor de gelegenheid maakte en waarin de houding van de hogere Belgische clerus ten overstaan van Vlaanderen zwaar op de korrel werd genomen, zette toen het sportpaleis in lichterlaaie. Het lied dat nochtans qua tekst zeer goed was, werd nooit op plaat gezet en blijkt totaal van het radarscherm verdwenen te zijn. Op het internet is er niets over terug te vinden, tenzij één referentie in een historisch overzicht omtrent de eerste generatie chansonniers in Vlaanderen. Daarin wordt het lied echter in 1971 gesitueerd, wat volgens mij niet klopt (maar mijn geheugen kan mij misschien wat in de steek laten).
Wat er ook van zij, er valt te vrezen dat het Geuzenlied even diep als De Culturele Repressie begraven zal worden. Vandaar dat ik het hier toch nog eens wil evoceren. Mocht iemand over de tekst ervan beschikken dan hou ik me aanbevolen. Hier vindt u alvast alle wel genoteerde teksten van Miel Cools.
Groot-Nederlandse Ballade
Als ik het zie, die eindeloze lintbebouwing
Van Spa tot Hasselt en van Tienen tot aan Gent
En als ik voel hoe in kleinsteedse denkvernauwing
De Vlaming altijd door zijn eigen straatje rent
Als ik per auto over de kasseien martel
Met om de duizend meter een gekneusde band
Dan denk ik: Vlaanderen mag dan lustig zijn en dartel
Maar Lieve Heer geef mij het nette Nederland
Als ik ze zie, die eindeloze blokkendozen
Van Weesp tot Arnhem, van Terneuzen tot Terlet
En als ik merk hoe uitgekauwd en uitgeplozen
De Nederlander altijd op zijn buurman let
Als ik ze zie, die tuintjes zonder avonturen
Gras zonder onkruid en liguster langs de rand
Dan denk ik: Nederland mag schoon zijn voor de buren
Maar Lieve Heer geef mij het dolle Vlaanderenland
Als ik de Vlaming vol van bier naar huis zie keren
De gang te wankel en de tong wat al te luid
Als ik hem bitter humorloos zie opmarcheren
Achter de klauwaard met te militair geluid
Als ik ze hoor, de Vlaamse grappen al te drollig
Vaak langs, vaak op, en heel vaak ook voorbij de rand
Dan denk ik: Vlaanderen mag dan driftig zijn en lollig
Maar Lieve Heer geef mij het kalme Nederland
Als ik ze zie, de Nederlanders in hun kerken
Hervormd, gereformeerd, nazaten van Calvijn
Met hun gezichten stijf als witgekalkte zerken
En met hun zekerheden uitgemalen fijn
Als ik ze galmende hun waarheid hoor verkonden
Nooit uit de nette plooi en nimmer uit de band
Dan denk ik: Nederland mag vrij zijn van de zonde
Maar Lieve Heer geef mij het zondig Vlaanderland
Oh Lieve God geef ons een kilo Vlaamse blijheid
Een kilo trouw en plichtsbesef uit Nederland
Dan mengen wij dat zelf in onze eigen vrijheid
Tot vriendschap zonder oog om oog en tand om tand
Ik heb de gezongen tekst van het Geuzenlied. Misschien vind ik wel eens de tijd om de tekst op en bandje over te nemen…
Zou je die dan op een of andere manier aan de redactie kunnen bezorgen?
Ik krijg wel kramp in mijn vingers ,artritis, door die katjes in het donker te blijven knijpen ! Maar het kan nochtans toch zo’n deugd blijven doen !
BOENK er op , de gitaar en de stem als voorhamer gebruikt !