We zijn helaas niet goed genoeg thuis in de “dagdagelijkse” werking van de EU-organen om een zicht te hebben op de precieze termijn waarop een en ander gaat gebeuren, maar we weten wél dat hoe sterker het lobbywerk en het protest daartegen worden hoe dichter de datum komt waarop een en ander effectief door het Europees Parlement zal gejaagd worden. Gezien dezer dagen de “geruchten” over de werkzaamheden van de Europese Commissie aan een gecoördineerde wetgeving over het vermarkten van zaai- en plantgoed hand over hand toenemen, kunnen we er dus van uitgaan dat die datum snel dichterbij komt.
Gezien de ontwerpwetgeving van de Commissie – een wetgeving die de 12 richtlijnen die tot nog toe ter zake golden (66/401/EEC, 66/402/EEC, 2002/53/EC, 2002/54/EC, 2002/55/EC, 20020/56/EC, 2002/57/EC, 2008/72/EC, 1998/56/EC, 92/33/EEC, 2008/90/EC, en 1999/105/EC) moet vervangen – verwacht werd tegen eind 2012 zijn we daar zelfs vrij zeker van. En gezien u daarover niks, maar dan ook echt niks, kan lezen in onze mainstream-media, brengen wij het nieuws hier: als deze zoveelste Gleichschaltung in naam van de “consumentenbescherming” er door komt, zal dat niét in het voordeel van de consument en al helemaal niet in het voordeel van de kleine producent zijn.
Even het nabije verleden in duiken: in 2005 werd de Franse vzw Kokopelli (een vereniging zonder winstoogmerk die duizenden bijzondere groente- en bloemengewassen in stand houdt en daarvan de zaden verkoopt) aangeklaagd door het Franse commerciële zadenbedrijf Graines Baumaux SAS wegens “oneerlijke concurrentie”. Baumaux eiste de onmiddellijke stopzetting van de zadenverkoop door Kokopelli én een schadevergoeding van 100.000 euro.
In 2008 oordeelde een Franse rechtbank dat de vzw en het bedrijf 233 identieke of vergelijkbare variëteieten van groenten en planten verkopen aan dezelfde consumentengroepen (vooral amateurtuinders) en dat ze daarom concurrenten waren. Geen erg, denkt een normaal begaafd mens dan, het is toch helemaal niet verboden dat verschillende bedrijven/verenigingen dezelfde producten verkopen? Jawel dus: de zaden en variëteiten van Kokopelli en Baumaux waren namelijk niet helemáál vergelijkbaar. Die van Baumaux zijn immers, in tegenstelling tot die van Kokopelli, … officieel geregistreerd in de Franse “zadencatalogus” en de “Europese catalogus voor variëteiten van plantaardige soorten”. Waarmee de zaden van Kokopelli volgens de Franse rechter illegaal op de markt waren en de vzw aan oneerlijke concurrentie deed.
Kokopelli ging daarop in beroep en het Franse Hof legde de zaak voor aan het Europese Gerechtshof ter toetsing van de Europese richtlijnen die te maken hebben met zadenregistratie en-handel. Kokopelli hoopte dat die richtlijnen toch wel juridische ruimte zouden verschaffen aan boeren en tuinders om, zoals ze letterlijk al eeuwen doen (en zoals iedere amateurtuinder en plantenliefhebber ook nog vandaag de dag doet), “ongeregistreerde” zaden te blijven telen, ruilen en verkopen. Advocaat-generaal Juliane Kokott (de EU-versie van de openbare aanklager) steunde Kokopelli daarin en verwierp het verbod op handel van niet-geregistreerde zadenvariëteiten als strijdig met het principe van de evenredigheid, met de vrijheid van bedrijfsvoering, met het vrije verkeer van goederen en met het principe van gelijke behandeling, terwijl ze de registratieverplichting zoals verdedigd door de Europese Commissie, de Europese Raad, de Franse overheid én klager Baumaux, verwierp. Niet alleen omdat het registreren van zaden, in tegenstelling tot wat de tegenpartij beweerde, niks van doen heeft met plantengezondheid en de wetgeving in kwestie boeren en tuinders beperkt in de keuze van de variëteiten die ze willen verbouwen of eten, maar ook omdat de agro-biodiversiteit door de boeren te binden aan goedgekeurde variëteiten sterk bedreigd wordt. De eventuele “voordelen” van het verbod – voordelen die er uiteindelijk alleen maar zijn voor bedrijven genre Monsanto en Pioneer – wogen dus volgens haar absoluut niet op tegen de nadelen.
Het Europese Gerechtshof besloot de advocaat-generaal … niét te volgen. Het lobbywerk van onder andere de European Seed Association wierp zijn vruchten af: de marktdominantie van grote zadenbedrijven, de industriële landbouw en de voortdurende productiviteitsgroei bleken eens te meer belangrijker dan de vrijheid van de EU-burgers. Kleine producenten die zélf bepalen wat ze kweken? Consumenten die zélf wel zullen beslissen wat ze eten? Niet in de Europese Unie!
Maar dat is niet het einde van het verhaal. Een keer dié overwinning binnen ging de agro-industrie, zoals dat heet, for the kill. Individuen mogen tot nu toe namelijk nog wél zaai- en plantgoed uitwisselen. Die kleine stukjes, niet aan de EU-Sovjetregulering onderworpen, leven mogen nog wel uitgewisseld worden. Een principe waar bijvoorbeeld de Oostenrijkse organisatie Arche Noah op draait. Deze organisatie heeft een archief met zaden van zo’n 6500 cultuurplanten. Om die zaden levend te houden, worden ze ter beschikking gesteld van particulieren, die ze opkweken tot planten en een deel van het daaruit gewonnen zaad terug aan de organisatie geven. De traditionele Saatguttausch dus, een zeker voor de bio-diversiteit zeer goed principe. En dát moet nu illegaal worden. Niet alleen voor dergelijke organisaties, maar ook voor de “gewone” EU-burger.
Om dát te regelen is een toelatingswetgeving voor nutsplanten (en zoals een beetje tuinier weet, zijn dat in essentie álle planten, ook als ze zogenaamd “onkruid” zijn) een centraal onderdeel geworden van de ontwerpwetgeving. Een toelatingswetgeving die inhoudt dat elke variëteit – ook als ze gratis weggegeven wordt (dat dat zal gebeuren in ruil voor ander/nieuw zaadgoed zal er vanzelf wel bij gedacht worden, ook als dat niet zo zou zijn; de Europese Unie gelooft nu eenmaal alleen maar in geld) – door de Europese Unie moet getest, geregistreerd en toegelaten worden.
Sowieso onhaalbaar voor de amateurtuinder dus, maar ook voor de lokale boer die oude of zeldzame soorten kweekt. Die zal immers niet alleen aankijken tegen de bureaucratie en de kosten van het hele proces, maar ook botsen op het hoofdcriterium voor de toelating: uniformiteit. Oude en zeldzame soorten kunnen daar namelijk nooit aan voldoen: ze zijn gebaseerd op veelvuldigheid en genetische breedte, wat ook precies hun sterkte uitmaakt. Op biologische gronden kunnen de meeste van die soorten dus gewoon die testen niet passeren. Wat uiteraard ook de bedoeling is van de agro-industrie. Die heeft geen boodschap aan oude en zeldzame soorten, die wil (genetisch gemanipuleerde) uniforme én niet-vruchtbare soorten (uit de zaden die Monsanto en dergelijke op de markt brengen groeien dan wel planten, maar die planten zijn niet in staat zich … voort te planten; alleen de agro-industrie beschikt over de oorspronkelijke wél vruchtbare zaden en heeft zo de touwtjes volledig in handen).
En de consument, diegene die er zelf geen moestuintje op nahoudt, maar zijn groenten koopt op de markt, bij de boer of in de supermarkt, is die daarmee beter beschermd? Langs geen kanten. ’t Is niet omdat iedere tomaat er hetzelfde uitziet en iedere komkommer even … recht is, dat die consument weet/beseft wat er allemaal in/op die tomaat en komkommer zit. Erger: de recent ook in supermarkten opduikende groenten en fruit van lokale en eigen-aardige kweek riskeren in de nabije toekomst weer te verdwijnen, samen met de bio- en boerenmarkten. Dat zal als concreet gevolg hebben dat de consument minder keuze krijgt (terwijl keuzevrijheid als zo belangrijk verkocht wordt door de o zo liberale Europese Unie) en zijn standaard tomaten, aardappelen, prei alleen nog zal kunnen afwisselen met de (genetisch gemanipuleerde) nieuwe soorten die de agro-industrie wél geschikt acht om aan de consument op te dringen.
België is dan wel nog niet aan het verdampen in de EU, uw vrijheid doet dat met de dag – en in dit soort gevallen voorgoed, want dood zaad wordt nooit meer levend – méér …
Welke flauwe plezante drugkweker begint hier met Zuid-Europa en Noord Afrika door elkaar te klutsen?
Als het over zaad en kweken gaat, is blijkt bij Hollanders onmiddellijk het licht te branden bij hun drugkweekhandeltjes.
Ik wil bij deze iedereen die dit leest oproepen om volgend jaar, bij elke gelegenheid die zich voordoet, mensen te overtuigen om op de énige eurokritische partij (VB) te stemmen.
Het grootste probleem is dat “onze” europese politici totaal onbekwaam zijn en verkeerde beslissingen nemen. voorbeelden zijn legio: het verbieden van de gloeilampen, het amper toelaten van het gebruik van Stevia, de vloedgolf immigranten die ze ongebreideld toelaten.
De zware economische crisis die we nu meemaken is volledig de schuld van “onze” europese politici.
volgend jaar zullen de europese verkiezingen een ongeziene doorbraak van eurocritische partijen laten zien, en zeer terecht
Als alle planten en kruiden moeten voldoen aan een Europese norm, dan stel ik mij de vraag welk zaad er zal worden erkend voor het kweken van hasj. Zal men de neder-hasj eisen of zal men meer de Aziatische of Zuid Europese( Noord Afrikaanse) soort erkennen. Moeilijke tijden dus voor onze telers.
Tsja, VELT is makkelijk op te doeken, hè, die organisatie werkt nu eenmaal niet ondergronds. En via dat soort organisaties komen en blijven de “gewone” zaadtelers dikwijls met elkaar in contact, terwijl het zaaigoed van de telers ook van dat soort organisaties komt. Ik twijfel er niet aan dat de EU voorlopig nog niet bij machte is te controleren of, pakweg, jij en ik, ons eigen niet-geregistreerde tomatenzaad met elkaar gaan uitwisselen, maar ik twijfel ook niet aan de steeds toenemende controle van de diverse overheden die we “rijk” zijn op zo ongeveer alles én weet ook dat een kleine tuinier niet kan organiseren wat bijvoorbeeld een organisatie als Arche Noahs wél kan. Los van het feit dat overheden gewoon verschrikkelijk goed zijn in het schrik aanjagen van “gewone” mensen …
Ik vraag me wel af hoe ze die gewone zaadtelers met een volkstuintje gaan controleren? Onder andere, VELT hun acties opdoeken?