Laten we doen alsof we enkele jaren verder zijn, het jaar 2015 bijvoorbeeld. Onder druk van de socialisten en groenen in dit land werd het ‘hoofddoekverbod’ sinds de ommekeer op 26 maart 2013 van de socialisten inzake dit dossier, afgevoerd in alle steden en gemeenten van Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
2015
Jan is bediende bij de Stad Gent, in Antwerpen is Karel aan de slag. Jan werkt graag en goed aan een open loket van het gemeentehuis in Gent. De mensen kunnen bij hem terecht met de moeilijkste administratieve vragen. Karel heeft ook enkel maar positieve evaluaties achter de rug bij de personeelsdienst van Antwerpen. Kortom, er valt niets aan te merken op hun administratieve prestaties. Daarenboven zijn ze ook nog eens erg beleefd en spreken ze keurig Nederlands.
Karel uit Antwerpen komt in zijn vrije tijd een bekeerling van de Hare Krishna-beweging tegen die hem weet te overtuigen van de levensmethoden van deze heren en dames. Karel laat zich hierin meeslepen en beslist om zich voortaan in oranje gewaad en met de nodige rituele maskeringen onder de mensen te begeven. Zo ook op zijn werk, een open loket in Antwerpen. Het moet kunnen, immers, het verbod op religieuze en levensbeschouwelijke symbolen tijdens het administratieve ambt is opgeheven.
In Gent is Jan door zijn werk geïnteresseerd geraakt door politiek. Zijn voorkeur gaat uit naar een nationalistische partij. Jan leest het kledingreglement er nog eens op na en stelt vast dat hij mag dragen wat hij wilt. Tijdens een bezoek aan de IJzerwake koopt Jan een t-hemdje met een groot Vlaamse Leeuw-schild erop. Op de achterzijde staat de slogan: “Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op”.
Op 26 maart 2013 twitterde Jonas Dutordoir, persmedewerker voor de Groen-Ecolo-fractie, het volgende: “Enige criterium voor loketbediende is dat hij of zij goed werk levert. Met de rest moet de overheid zich niet moeien.” Met deze ‘tweet’ in het achterhoofd vertrekken zowel Jan als Karel naar hun werk. Karel wordt door een aantal collega’s raar bekeken, maar volgens de reglementering is er geen enkel probleem. Karel kan voortaan aan de slag in zijn oranje gewaad.
Jan komt eveneens aan in het gemeentehuis van Gent, trekt zijn jas en trui uit en zet zich met t-hemdje, voorzien van een opzichtige Vlaamse Leeuw, achter zijn loket. Niemand die iets zegt, niemand die hem zelfs raar bekijkt.
Enkele dagen verstrijken en Karel wordt nog steeds met rust gelaten. De collega’s zijn wel eens met Karel komen praten, puur uit interesse over hoe het er nu werkelijk aan toe gaat bij de Hare Krishna-beweging. De personeelsdienst laat Karel verder ook met rust, aangezien de wetgeving nergens oplegt dat Karel doordeweekse kledij aan moet.
Jan wordt al enkele dagen genegeerd door de collega’s en moet na enkele dagen bij de personeelsdienst verschijnen. Hij wordt vriendelijk, doch kordaat, verzocht niet langer met het ‘nationalistische’ t-hemdje te komen werken. Omdat de wet het dragen van dit t-hemdje niet verbiedt, wordt hem erop gewezen dat zijn volgende evaluatie weleens slecht zou kunnen aflopen.
Ondanks de veranderde wetgeving, waarbij het dragen van politieke en religieuze symbolen niet langer verboden is, worden er na het wegvallen van het ‘verbod’ twee maten en gewichten gehanteerd.
Laat ons eerlijk zijn: klinkt dit verhaal ongeloofwaardig? Denkt u zelf ook niet dat dit de toekomst zal zijn, wanneer het verbod op politieke en religieuze symbolen (dus niet het hoofddoekverbod, zoals bewust verkeerd benoemd) wordt teruggedraaid? Daarom dat dit verbod er gekomen is. Niet om de moslims te bashen of zelfs uit de stadhuizen te weren, maar wel om de neutraliteit te bewaren. Om geen enkele andere reden.
Zelfs de socialisten weten dat.
De slagzin “Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op” bevat overigens een knoert van een gallicisme. Dat zou eigenlijk het volgende moeten zijn: “Ik ben Vlaming en daar ben ik trots op.”