Na maanden onderhandelen, vallen, opstaan en weer vallen heeft de modale Belg “eindelijk” weer een regering. De klucht Di Rupo I betreedt het podium in het parlementaire circus, een waar feest van grappen en grollen. Clown van dienst is Maggie de Block, nieuwbakken staatssecretaris voor Asiel en Migratie, een vrouw met meer dan een decennium ervaring in de Kamer (weliswaar voornamelijk op het vlak van financiën), een echte dossiervreetster, en volgens de grapjurken van Open VLD de geknipte vrouw voor de job. Na een maand van zelfopgelegde “blok” waren de verwachtingen dan ook hoog gespannen. Hier volgt een analyse door SunlightKVHV.
Migratie en Asiel zijn één van de grootste problemen van onze tijd, en nu behoeven we meer dan ooit een krachtdadig beleid. Jammer genoeg worden de verwachtingen ook nu weer niet ingelost. Het betoog van de staatssecretaris had veel weg van een eenvoudige playbackshow. Ze krijgt van Ben Weyts (N-VA) dan ook terecht een flinke buis. Alleen jammer dat een vak als Migratie geen Tweede Zit toelaat…
In de media gaat het er al even heftig aan toe, de storm die over de regering raasde, focust zich nu op de staatssecretaris die dan toch niet zo geschikt lijkt voor de job. Maar wie is de echte schuldige? Waarom juist koos Open VLD voor haar als staatssecretaris, hoewel ze in eigen rangen echte asielspecialisten schijnt te hebben? Is vormgelijkheid hier de oorzaak?
Zoals u waarschijnlijk wel weet zijn quota tegenwoordig schering en inslag. 50% van verkiezingslijsten moet vrouw zijn, vrouwendagen, platformen die het glazen plafond bestrijden en wat nog meer, met de socialistische en liberale bewegingen op kop in de strijd tegen de windmolens. Dezelfde groepen die Vlaams-nationalisten verwijten zich bezig te houden met onbeduidende zaken, staat nu op de barricaden voor vormgelijkheid en institutionele waanzin. IJveren voor idealen is mooi, maar als ze niet beantwoorden aan de realiteit is het dwaas. Hoelang nog tot de eerste quota voor gelijke vertegenwoordiging van man en vrouw in alle lagen in de samenleving?
Jedem das Seine. We hebben geen nood aan een bekrompen gelijkstelling, maar wel aan een erkenning van de waarde van beide geslachten. De verhouding man-vrouw is niet hiërarchisch zoals soms wel wordt beweerd, maar complementair. Dit uit zich in de eerste plaats in het traditionele gezin en haar structuur, waar man en vrouw elkaar perfect aanvullen op de punten waar de ander te kort schiet. Is het dan verwonderlijk dat men zoveel vrouwen aantreft in de zorgsector? Is het misschien vreemd dat men in de raad van bestuur van een bedrijf voornamelijk mannen aantreft? Natuurlijk niet, mannen blijven carrièrebeesten en vrouwen en de zorgsector zijn twee zaken die al eeuwen perfect samengaan.
Maar laat dit niet een pleidooi zijn voor een al even bekrompen strak rollenpatroon, maar een glazen plafond verdwijnt niet door er een onnozele regelgeving aan vast te knopen, integendeel. Welke zichzelf respecterende vrouw zal dergelijke maatregelen accepteren? Feminisme is één ding, discriminatie een ander. Ten slotte moeten we ons ook de vraag stellen: is het wel de taak van de overheid om zich daarin te mengen?
In 2012 lijkt kwaliteit steeds meer baan te moeten ruimen voor kwantiteit. Op vele lokale lijsten moeten ondernemende mannen zich tevreden stellen met beloftes of functies aan de zijlijn, terwijl de lokale partijbesturen zich het hoofd breken over de vraag waar men die politiek geëngageerde vrouwen nog moet gaan zoeken. Echter, het wordt pas problematisch wanneer deze fixatie op quota zich ook doorzet naar het bedrijfsleven.
In maart 2011 was de vreugde groot bij onze rode rakkers toen het quotum voor vrouwen in raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven en overheidsbedrijven werd vastgelegd. Bruno Tuybens (sp.a) sprak van “een belangrijke stap vooruit en een duidelijk signaal aan de bedrijfswereld”. De maatregel lijkt echter meer weg te hebben van de processie van Echternach: één stap vooruit en twee achteruit. Het signaal aan grote bedrijven en KMO’s is inderdaad duidelijk: waarom nog streven naar kwaliteit in bestuur als kwantiteit de norm is geworden.
Men heeft 1 tot maximaal 10 jaar. Tijd genoeg om alle normen en waardeoordelen over boord te gooien voor vormgelijkheid. Het wordt pas echt gortig wanneer deze quota ook terug te vinden zijn bij de regeringsformatie. Iedereen kan zich waarschijnlijk nog wel de korte hetze in de media herinneren bij de voorstelling van de nieuwe regering, toen bleek dat de regering meer mannen dan vrouwen telde. Hoe durven ze! Zomaar discrimineren, zomaar zondigen tegen de heilige vormgelijkheid!
Het mag dan ook duidelijk zijn dat we ons niet moeten fixeren op Maggie zelf, we begrijpen dat ze zich inzet, en men kan niet meer doen dan zijn best. Het is duidelijk dat dergelijke uitwassen enkel kunnen groeien uit een systeem dat door en door rot is. “Vader vergeef hun, want zij weten weten niet wat zij doen.”
Maggie is een lieve warme sympathieke vrouw.
En hopelijk laat ze ook haar stoute kant zien als het er op aan komt.
Wat die heeft ze ook hoor!
De ambtenaren moeten haar beleid uitvoeren, maar als de regels en de wetgeving haar voorstellen dwarsbomen en hinderen? Tj a dan moet de wetgeving zich maar aanpassen aan haar voorstelllen.Als die regelgeving haar blokkeerd en vastzet, wil ik eens zien of ze niet zal uitbreken en verontwaardigd zal zijn.
Als die regelgeving ervoor zorgt dat het allemaal vergoelijkt en gemininimaliseert moet worden; DAN ZIJN DE AMBTENAREN IN HET PARLEMENT DE BAAS;WANT ZIJ BLIJVEN, MAAR DE MINISTERS GAAN .EEN BURGEMEESTER GAAT, maar de secretaris gaat!. OOk bij justitie! Dus wie veranderd er hier iets en wie houdt het tegen en waarom? Goed opletten nu zou ik voorstellen