Hoewel nooit democratisch besloten loopt het project van de Joint Strike Fighter (JSF) nog gewoon door. Alles lijkt erop dat Nederland in economisch moeilijke tijden wederom miljoenen uit gaat geven aan investeringen voor gevechtsvliegtuigen, waarvan de kwaliteit ernstig wordt betwist. Nederland is in 2002 verplichtingen aangegaan in de V.S.A. voor ongeveer 880 miljoen en heeft inmiddels al twee testtoestellen besteld.
Telkens valt op dat er geen enkele democratische beslissing voor is genomen, dat bleek aldus uit een analyse van de Algemene Rekenkamer. Dat heeft er vooral mee van doen, dat er van alles onduidelijk is, met name ook het totale kostenplaatje. In plaats van enkele vliegtuigen kant en klaar te kopen, hebben vorige kabinetten besloten om mee te doen aan de hele ontwikkeling van het JSF-toestel, zodat ook ons bedrijfsleven er van mee kon profiteren. Meer er werd dus niets duidelijk over de totale kosten en ook niet over de opbrengsten.
Maar behalve de kosten bleken de toestellen ook nog eens van een slechte kwaliteit en er zelfs andere gevechtstoestellen veel beter te zijn. In een directe strijd tegen andere gevechtsvliegtuigen heb je er weinig aan, zo bleek uit een computersimulatie waarbij JSF’s
bij bosjes werden neergehaald door de nieuwe Russische SU-35’s.
Het mag bekend zijn, dat Nederland volop in het militair-industriële complex meedraait van de Amerikanen. En dat houdt niet alleen in dat we altijd klaar dienen te staan voor allerlei ‘vredesmissies’ onder de vlag van de NAVO. Maar de bevolking dient ook de geldbuidel te trekken en grof te betalen voor allerhande militair gevechtsmateriaal, uiteraard afkomstig uit de V.S.A.