Een transgender-influencer, met 2 miljoen volgers op Instagram en 10 miljoen op Tiktok, vertelde in een video dat ze blikjes Bud Light had ontvangen met haar fotootje erop. Dit om te vieren dat ze een jaar ‘vrouw’ was. Conservatief Amerika was alles behalve opgezet met dat woke-gedoe en zorgde ervoor dat ze dat tot in het Vlaams-Brabantse Leuven konden voelen: na de bewuste video verloor Bud (groep AB InBev) zo maar eventjes 20 miljard aan beurswaarde. De stoere cowboys van conservatief Amerika hadden lak aan dat gezever en bestelden een ander biertje.
Budweiser kwam in 2008 in Europese handen toen het Belgische InBev de brouwer Anheuser-Busch overnam. InBev ging toen AB InBev heten en werd daarmee eigenaar van biermerk Budweiser, dat in de Verenigde Staten erg populair is (was) en daar al veel langer ´Bud´ wordt genoemd.
Disney
Door de mensen verschillende culturen, rassen en geaardheden op te dringen is Bob Iger, de baas van het bedrijf in 2017, erin geslaagd het Amerikaans bedrijf aan populariteit te doen inboeten, wat nog enigszins zacht is uitgedrukt.
Disney is inmiddels uitgeroeid tot een van de meest gehate merken in de Verenigde Staten: 77ste van de 100, volgens de 2023-ranking van Axios-Harris. In 2019 hing het bedrijf nog aan kop, op de vierde plaats, maar dan bij de meest geliefde merken. Sindsdien zit het echter in een neerwaartse spiraal. De media- en entertainmentgigant uit Californië is het slachtoffer geworden van de cultuuroorlog die Amerika verscheurt en waarin het zichzelf heeft laten verwikkelen.
Disney wordt nu gehaat door rechts voor zijn ‘woke-beleid’ en veracht door links omdat het nog niet genoeg doet. In 2022 raakte het bedrijf in oorlog met gouverneur Ron DeSantis van Florida, kandidaat voor de Republikeinse presidentsverkiezing in 2024, toen hij zich verzette tegen de “Don’t Say Gay” wet van de Sunshine State die het onderwijzen van homoseksualiteit op lagere scholen verbiedt. Daarin is geregeld dat scholen aan jonge kinderen geen les meer mogen geven over seksuele geaardheid en genderidentiteit. Dat moet aan de ouders worden gelaten.

Naar een Disneypark gaan in de Verenigde Staten is bijna een daad van linkse militantisme geworden. Je wordt niet langer begroet met een ‘overdreven genderspecifieke’ mevrouw, mijnheer, jongens en meisjes, maar met een inclusieve “Welkom, dromers van alle leeftijden”.
Systematisch verwikkeld in controverse
Disney, gevestigd in Californië, een tempel van progressief Amerika, begon te evolueren in het midden van de jaren 1990. Alles kwam in een stroomversnelling in de jaren 2000 omdat de Amerikaanse samenleving snel veranderde, met de verkiezing van Barack Obama in 2008. Daarna kwam de legalisering van het homohuwelijk in 2015 en vervolgens de #metoo en BlackLivesMatter-bewegingen. Allemaal zaken die een land beroeren, omdat er altijd overdreven, bijna hysterische, aandacht aan wordt geschonken.
In 2005 kwam Bob Iger aan het hoofd van het bedrijf en slaagde hij erin om drie bedrijven over te nemen: Pixar tekenfilms, superheldenproducent Marvel en Lucasfilm, producent van Star Wars. De man werd op de slag de koning van Hollywood. Deze socialist kreeg meteen de allures van een vorst: hij wilde ‘zijn’ waarden verkondigen en het publiek helpen evolueren voor zijn keuze. Bij een aandeelhoudervergadering van Disney, verklaarde hij onomwonden: “We kunnen het gedrag van mensen echt veranderen door ze de verschillen, culturen en rassen en alle andere facetten van ons leven beter te leren accepteren”.
Vanaf dat moment raakte Disney systematisch verwikkeld in controverse: conservatieven riepen dat de geschiedenis was herschreven, omdat de heldin van Disney’s eerste Kleine Zeemeermin, in 1989, een roodharige was. Maar niet iedereen ter linkerzijde is tevreden, omdat de slavernij van Afro-Amerikanen in het Caribisch gebied, waar de film zich afspeelt, niet wordt genoemd. Uiteindelijk was niemand tevreden. De film, waarvan verwacht werd dat hij 1 miljard dollar zou opbrengen, bracht slechts 600 miljoen dollar (€550 miljoen) op. Dat lijkt nog een enorm bedrag, maar voor Disney is dat een totale mislukking, gezien de hoge kosten voor zo’n productie.
Dwang progressieve werknemers
Disney begon te schipperen. Een zwakheid die het lot bezegelde van Robert Chapek, de kortstondige opvolger van Bob Iger, die midden in de Covid-19 schok arriveerde. Hij was ietwat conservatiever en wilde weg uit de politiek. “Wat Bob’s (Iger) politieke overtuigingen ook zijn, hij is geen activist en brengt geen partijdige agenda naar het bedrijf. Hij ziet zichzelf in de eerste plaats als de beheerder van een verenigend merk dat mensen al bijna een eeuw samenbrengt”, vertelde zijn woordvoerder, Geoff Morrell, een voormalig ambtenaar van de regering Bush Jr. en Obama die ook werd ontslagen, aan The Hollywood Reporter in maart 2022.
Het resultaat was dat Chapek spartelde en wekenlang weigerde om de ‘Don’t Say Gay-wet’ te veroordelen. Maar dit was zonder de opstand van zijn progressieve werknemers, in het bijzonder zijn filmmakers, die hij absoluut nodig heeft en hem dwongen om de wetgeving te veroordelen. “Ik begrijp waar we fout zijn gegaan”, verontschuldigde hij zich, voordat hij zes maanden later werd ontslagen en vervangen door de teruggekeerde Bob Iger. Zoals de New York Times in 2022 schreef, ……….”door te proberen niemand te beledigen, heeft Disney blijkbaar iedereen verloren”.
Conclusie:Mensen willen niet heropgevoed worden door progressieve multinationals, die zogezegd opkomen voor de familie en bijhorende waarden. De meeste mensen hebben geen problemen met de regenboogfamilie, voor zover die niet wordt opdrongen door een politiekcorrecte woke-clubje. Het is nog maar de vraag of de niet-militante homoseksueel gediend is met deze polemieken.
Doe eens gewoon, vooraleer Walter Disney in zijn graf begint te woelen.