Ja, beste lezers, de niet-alledaagse titel die ik vandaag uit mijn klavier heb gewrongen, verwijst wel degelijk naar het zelfde land waarvoor ik sinds mijn eerste uitgebreide verkenningstournee in oktober 1982, de superlatieven niet gespaard heb. Jawel, in dié tijd wel erg opvallend tot spijt van wie ’t benijdt. In dié tijd werd er ook aan de andere ‘politiek correcte kant’ van het wereldwijde spectrum niet op een overtreffend trapje min of meer gekeken. De mokerslagen waarmee de ronduit gehate blanke verdrukkers van de getinte meerderheid werden bestookt, leken een volslagen ‘nieuw’ verschijnsel in de benadering van het ‘broedervolk’ dat bij het overlijden van wijlen ZA-vriend Wim Jorissen, in het Kaapse parlement een minuut stilte in acht had genomen.
Op eens meenden syndicale, ook christelijke kringen ten onzent, dat het regime in Zuid-Afrika zowaar als ‘mensonterend’ en erger moest worden geduid en er bijgevolg op slag geen ‘vruchten van apartheid’ meer mochten worden geplukt, al waren wringers als de actiegroep Voorpost, nog altijd een andere mening toegedaan. Deze keer kwamen de kritische reacties aan het adres van het Zuid-Afrikaanse politiekorps er naar aanleiding van het neerschieten van een politieman bij een aanval van twee postkantoorrovers in de Vrystaat. Om 09.30, toen een menigte mensen voor het postkantoor stonden aan te schuiven, drongen vier verdachte kerels, van wie drie met pistolen en een met een automatisch geweer, brutaal het kantoor binnen en eisten daar een grote som baar geld. Aleer zij zich met hun buit naar hun wachtende wagen konden reppen, verschenen een adjudant en andere politiemensen op het toneel, die daar prompt onder vuur werden genomen en terugschoten. Een agent kreeg een kogel in zijn rechterbeen en moest naar het ziekenhuis worden afgevoerd. De overvallers wisselden een paar keer van vluchtauto en wisten de politie zodanig op een dwaalspoor te brengen dat die op den duur het spoor bijster was.
Er werd een zoektocht gestart, klinkt het verder, waarna de geijkte vermelding dat een zaak van gewapende roof is gemeld. Jan Publiek blijkt daar met zeer gemengde gevoelens tegen aan te kijken, zoals: ‘Ons land is een crimineel mekka geworden en daar zijn ook de politiekaders overvloedig bij betrokken’. Ja, weet daarbij ene Christine te doen opmerken, en daarbij werken criminelen binnen ook samen om de criminelen buiten in te lichten: ‘Ons pragtige land is in ’n gemors’. Hoeft het gezegd dat Christine met dat pragtige land naar het verleden verwijst en met het gemors naar wat het ANC er vandaag van terechtbrengt. Want, meldt weer een andere vox populi: ‘Mens kan nie anders nie as om so hartseer te word vir die verval van ons land nie’. Een Nationale Sport, heet het in een andere lezersbrief, die het ene record na het andere breekt en de overwinning binnen handbereik heeft als het zo voortgaat. De lezer die, al was het maar om de politie enig voordeel van de twijfel te gunnen, ook een positieve volksstem te lezen geeft, moet ik op zijn honger laten, want die stem heb ik onder het artikel niet teruggevonden en dat vind ik ook baie jammer, te meer daar ook uit politiekringen geen positief weerwerk te noteren valt en ook dàt was vroeger anders.
Eén reactie op “Ken jy die land met sy kriminele binne en buite? ”
Gelukkig maar dat we hier in belgië, dankzij onze uitstekende politici, geen last van criminaliteit hebben.