Met een monsterscore van bijna 98 procent, 97,4 procent om precies te zijn, werd  Tom Van Grieken herverkozen als voorzitter van het Vlaams Belang. En zoals altijd wond hij er na zijn herverkiezing geen doekjes om: ‘Ik wil van onze partij de grootste politieke familie van Vlaanderen maken’ , zo verduidelijkte hij zijn opdracht aan zijn trouwe leden en kiezers.

Bij het Vlaams Belang is het overduidelijk: iedere vrouw en man staat eensgezind achter de voorzitter. Logisch, want Van Griepen maakte van een noodlijdende partij een springlevende en eensgezinde politieke familie die nooit eerder zoveel Vlamingen aansprak. Tijdens zijn overwinningsspeech ging Van Grieken in op de (politieke) actualiteit met de brandstichting in het toekomstig asielcentrum van Bilzen voorop.

Brandstichting is verwerpelijk

Voor de zoveelste keer deze week verzette hij zich met klem tegen de brandstichting in  het toekomstig asielcentrum in het Limburgse Bilzen.  “Als Vlaams Belang keuren we die brandstichting zonder meer af. Het is niet alleen verwerpelijk maar ook nog dom, omdat ze ons democratische en vreedzame protest hypothekeert”, benadrukte hij. Tegelijk haalde hij ook uit naar Bart Somers en de politieke commentatoren die de parlementsleden van het Vlaams Belang eerder deze week openlijk schoffeerden. “Wij hebben een traditie om het geschimp en de scheldwoorden om te zetten in eretitels”, aldus Van Grieken.

Ons land is onbestuurbaar 

Van Grieken verwees verder naar het feit dat dit land een half jaar na de verkiezingen nog steeds geen regering heeft. Dat toont volgens hem andermaal aan dat België onbestuurbaar en onwerkbaar is: “België is geen land maar een misverstand. Tijd om de stekker eruit te trekken”, klonk het.

Vlaanderen laten verarmen en ontvolken 

Wat het VB betreft is het volgens Van Grieken tijd om een volgende fase in te luiden: de fase van een principiële en nationalistische beleidspartij. “Aan de zijlijn blijven staan en zien hoe Vlaanderen verarmt en ontvolkt is geen optie. Wij hebben niet alleen die plicht aan onze kiezer, maar ook aan onze kinderen en kleinkinderen”, luidde het.