Oostenrijk koos vandaag een nieuw parlement.  De ‘ruk naar rechts’ zet zich, net zoals in de rest van Europa, ook in Oostenrijk verder. Volgens de laatste cijfers zou de christendemocratische ÖVP eindigen op 31,7 procent. Daarmee scoort de ÖVP acht procent beter dan in 2013. Ook de rechtse nationalistische FPÖ, partner van het Vlaams Belang, zou ruim vijf procent meer stemmen behalen dan bij de vorige verkiezingen en zo uitkomen op 25,9%.

Op dit moment ziet het ernaar uit dat de sociaal-democraten van de SPÖ misschien de tweede grootste partij worden, met 27%, maar de kans dat ze opnieuw zal regeren met de ÖVP lijkt klein.  Opmerkelijk: de SPÖ neemt inzake immigratie een relatief stevige positie aan, en kan zo vermijden dat ze zoals socialistische partijen in Frankrijk en  Nederland kompleet van de kaart geveegd wordt.  De Oostenrijkse burger kan het duidelijk appreciëren dat de regering van ÖVP en SPÖ de Balkanroute, de invasieroute voor vooral mannelijke islamieten richting Europa, vorig jaar heeft afgesloten: de ÖVP wordt beloond, de SPÖ houdt stand en alleen de FPÖ gaat daarnaast vooruit.

De grootste verliezers zijn de Groenen, voorstanders van een open grenzenbeleid, die hoogstwaarschijnlijk zelfs uit het parlement zullen verdwijnen.  Als de ÖVP en de FPÖ samen een regering zullen vormen, wat dus het meest waarschijnlijke scenario is, dan is dat problematisch voor Merkel, want beide partijen staan lijnrecht tegenover haar vreemdelingenbeleid. Oostenrijk zal zich op het vlak van vreemdelingenbeleid dan op dezelfde lijn als Hongarije, Polen en Tsjechië zetten: grenzen dicht, en geen verplichte spreiding van nieuwe asieleisers over de EU-lidstaten.  Beide partijen vinden ook dat de EU qua bevoegdheden drastisch ingekrompen moet worden.