Niet dat het een groot verlies is voor het Vlaams volksnationalisme, maar het zegt wel iets over de politieke tijd waarin we zijn terechtgekomen. Na Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, koningin Fabiola heeft nu Leo Tindemans het tijdelijke voor het eeuwige geruild. Niet dat voorgenoemde figuren op dit moment nog zulke politieke invloed hadden, maar het is wel het einde van een tijdperk.
Staatshervormingen.
Als we even terugdenken aan de periode na de verkiezingen van 2007 en die van 2010, dan hadden vele vaderlandslievende journalisten en politici heimwee naar de tijd van Tindemans, Martens en Dehaene, want zij waren bereid tot compromissen met de Franstaligen. Net iets wat bij de huidige generatie politici zou ontbreken. Er werd door de journalistiek dikwijls beroep gedaan op de mening van de eerder genoemde drie CVP’ers – aangevuld met de nu nog enige overgebleven ex-CVP-krokodil van dezelfde generatie Mark Eyskens – om de zaken te duiden. We kennen de altijd wederkerende slagzinnen wel: zij hadden voeling met wat er leefde aan de andere kant van de taalgrens; die generatie politici kenden elkaar beter; hun kennis van beide landstalen was beter; grotere compromisbereidheid; durfden tegen het volk ingaan voor het algemeen belang etc….
Nu, het deed de Belgischgezinde journalistiek pijn te moeten vaststellen dat ze moesten hopen op een deelname van de Rode Duivels aan het WK om toch nog iets Belgiëgevoel bij de Vlamingen te doen herleven. Want de staatshervormingen die mede door Tindemans, Martens en Dehaene zijn doorgevoerd, hebben wel geleid tot de debacles van 2007 en 2010. En oh ironie, het was de N-VA die tweemaal met de prijzen ging lopen. Hadden Tindemans, Martens en Dehaene misschien meer hun Vlaams huiswerk gedaan, dan had de huidige generatie Vlaamse politici meer slagkracht om druk op de Franstaligen uit te oefenen. Diezelfde Franstaligen weten dat ze overbeschermd zijn door de blokkeringsmechanismen en grendels die mede door eerder genoemde ‘staatsmannen’ in het leven zijn geroepen. Laat daar bijkomend nog juist Leo Tindemans zijn die door de afgang van het Egmondpact de baarlijke duivel deed ontwaken in de vorm van het Vlaams Blok.
N-VA
De N-VA is momenteel de grote winnaar in heel dit verhaal. Als geen ander wisten zij al van bij aanvang van het kartel CD&V/N-VA dat de vraag naar een nieuwe staatshervorming de kip met de gouden eieren zou zijn. ‘Staatsman’ in wording, Yves Leterme, overhaalde toenmalig N-VA-voorzitter Geert Bourgeois om zijn miniwagentje aan de grote CD&V-tractor te hangen, zodat hij in navolging van de SP.A en de VLD de minipartijtjes die in dezelfde electorale vijver visten zo kon neutraliseren. Bij SP.A en VLD lukte die operatie, want SPIRIT en Vivant gingen helemaal op in hun kartelpartner. Bij het kartel CD&V/N-VA draaide dit helemaal anders uit. Na het mislukken van de communautaire strategie in september 2008 trok de N-VA de stekker uit het kartel en verkoos hierdoor dus bij de Vlaamse en Europese verkiezingen in 2009 alleen naar de kiezer te trekken. En dit met een enorm succes! De partij van Bourgeois en De Wever haalde in één klap om en bij de 13 procent van het electoraat en dit ten koste van CD&V, VLD en vooral het Vlaams Belang. En wanneer dit nog niet genoeg was, ging de partij een jaar nadien door het dak van de 25 procent om daarna zich vast te rijden in ellenlange onderhandelingen over die zesde staatshervorming. Wat toen volgde was een twee-en-een-halfjaar-durend welles-nietesspel tussen de regering Di Rupo I (CD&V, SP.A, Open-VLD aan Vlaamse kant en PS, MR en CDH aan Franstalige kant) enerzijds en de N-VA anderzijds. De groenen mochten door de media wat mee rommelen in de marge en het Vlaams Belang gleed verder de dieperik in, want kwam in deze discussies quasi niet meer aan bod. Het resultaat hiervan kennen we. Bij de laatste verkiezingen wonnen zowel het ‘regeringsblok’ aan Vlaamse kant als de N-VA. Met andere woorden had de N-VA niet de Vlaamse regeringspartijen pijn gedaan, maar wel het Vlaams-nationalistische Vlaams Belang. Met haar 32 procent van het Vlaamse electoraat is de N-VA de grootste politieke formatie van Vlaanderen en België tegelijkertijd.
Het begin van het einde?
Er beweegt op communautair en institutioneel vlak wel iets. Eerst was er de permanente communautaire crisis na het onderhandelingsdebacle in 2007/2008 en 2010/2011 die tot nu nog steeds (in stilte) aanwezig is in ons politiek landschap, de troonswissel van Albert naar Filip, het misbaksel van die zesde staatshervorming en nu het inluiden van een tijdperk van oude ‘staatsmannen’ die één voor één het tijdelijke voor het eeuwige ruilen. De N-VA mag dan als Vlaamsgezinde partij de grootste politieke kracht van Vlaanderen en België zijn, het is nog niet gezegd dat ze veel communautaire potten kunnen breken. Hiervoor heeft de partij van De Wever zich veel te veel ingeschreven in de Belgische politieke logica. De ‘staatsmannen’ van weleer hebben hier misschien wel eens ongewild meer toe bijgedragen dan de twee Vlaams-nationalistische partijen die ons politiek partijlandschap rijk is.
N-VA zet nu in op een economische herstelregering en hoopt in 2019 nog eens met het confederalisme uit te pakken. Vervolgens is er nog het Vlaams Belang dat nog steeds haar wonden likt na de laatste electorale pandoering en hierdoor natuurlijk een pak aan slagkracht verliest. De erfenis van zowel Tindemans, Martens als Dehaene hebben een institutioneel debacle gecreëerd dat gedoemd is om op termijn tot een totale blokkering te leiden. Alleszins toch wanneer de wil van het Vlaamse volk sterker is dan de grillen van de Franstalige politiek. Maar als we naar de houding kijken van onze Vlaamse politici van N-VA tot en met de groenen, dan belooft dit niet veel goeds. Diezelfde CVP-fossielen hebben de constructie zo opgezet dat blokkeringen veroorzaken allerminst een moeilijke uitdaging is.
Alleen blijft de vraag wanneer deze totale blokkering zich voordoen en dit in een tijdperk met een Vlaamsgezinde partij die meer dan dertig procent van het Vlaamse electoraat vertegenwoordigt, hoe die partij gaat reageren. Gaat deze in dit gecreëerde gat springen en zo de splitsing van dit land op de spits drijven, of gaan ze kiezen om de Belgische meubelen te redden, zodat we verder kunnen aanmodderen zoals we nu al decennia bezig zijn? In casus van de tweede optie kunnen de van ons heengegane ‘staatsmannen’ van weleer op hun lauweren rusten…
Een Vlaamsgezinde partij die meer dan dertig procent van het Vlaamse electoraat vertegenwoordigt doet wat elke Vlaamsgezinde partij die meer dan dertig procent van het Vlaamse electoraat zal doen: zij zal graaien wat ze maar kan. Stemmen, mandaten, zetels en vooral weddesvergoedingen, persoonlijke verrijking,: daar gaat het werkelijk om! Het belang van het Vlaamse volk en zijn zucht naar onafhankelijkheid is maar de filmset, het theater, het masker waarachter de ware politiek wordt bedreven, en daar geldt niet “Eigen Volk Eerst” maar “Eigen Partij Eerst”. .
Ik vrees dat ge gelijk hebt, maar waarom hebben zoveel werkende en gepensioneerde Vlamingen dan toch voor een kartonnen Vlaamse partij gestemd, waarvan BDW bekende ; “VOKA zijn mijn bazen” in plaats van voor een betonBlok Vlaamse Partij ?