In een eerste verkiezingsanalyse gisteren stond ik stil bij dé grote vaststelling na de ‘moeder aller verkiezingen’ op 25 mei: Vlaanderen en Wallonië kiezen democratisch voor een totaal tegengesteld beleid, en België is dus democratisch niet langer bestuurbaar. De verleiding is nu groot een tweede analyse te wijden aan N-VA of VB, maar eigenlijk is het nuttiger tegelijk ook te focussen op het resultaat van de tegenstanders van het Vlaamsnationalisme: de trado’s CD&V-VLD-SPa.
De N-VA, de grote overwinnaar van de verkiezingen, had opgeroepen om te stemmen tegen de Di Rupo-belastingregering, en was tijdens de campagne opvallend lief voor haar coalitiepartner CD&V in de Vlaamse regering met boegbeeld Kris Peeters. De cijfers leveren een merkwaardig resultaat op. Op het Vlaamse niveau krijgen de trado’s een stevige nederlaag aangesmeerd: CD&V – 2,4%, VLD -0,8%, SP.a -1,3%, wat hen 7 zetels verlies kost. Voor de Kamer echter, waar het contact met Di Rupo verloopt, is het beeld anders: CD&V +1,1%, VLD +1,7%, SP.a -0,8%, wat CD&V en VLD elk één zetel extra oplevert.
Een eerste element is dat het zwaartepunt van de N-VA-tsunami duidelijk in kieskring Antwerpen ligt, waar voor Vlaams parlement liefst 36,5% wordt behaald. Vlaams CD&V-boegbeeld Kris Peeters zelf moet daar dan ook de duimen leggen voor N-VA, en haalt in de kieskring maar nipt 20%. Dat is minder dan Limburg (23%) en West-Vlaanderen (25,3%); alleen Vlaams Brabant (17%) en Oost-Vlaanderen (18%) scoren nog lager. Het is de stevige tik voor CD&V die de trado’s Vlaams op verlies zet; de achteruitgang van VLD en SP.a is bescheidener. Meteen is ook duidelijk, dat de stem van de ‘Vlaamse’ Kris Peeters binnen CD&V niet sterker geworden is; het ‘gewicht’ van politici binnen hun eigen partij wordt mee bepaald door de scores die ze neerzetten.
Een tweede element is dat de forse winst van N-VA eigenlijk bij nader inzien vooral in kieskring Antwerpen wordt geboekt, en ook in West-Vlaanderen, maar minder in de andere provincies. Er is sprake van een heel duidelijk De Wever-effect, die de Kamerlijst in Antwerpen trok en daar een ongelooflijke 39,4% haalt die hem ei zo na over de 40% stuwt. Maar CD&V houdt daar stand op een lage 16%, het verlies bij de trado’s is voor SP.a (-2,7%) en VLD (-0,8%). Elders is het beeld echter gemengd: winst voor NVA in Oost-Vlaanderen (+2,8%), maar ook voor CD&V (+ 2,5%). Winst voor NVA in Limburg (+2,6%), maar zelfs grotere winst voor CD&V (+3,9%). In West-Vlaanderen is er forse winst voor NVA (+4,5%), maar ook voor SP.a (+2,5%). En in Vlaams-Brabant is er VLD, dat wellicht mee door het aanzuigen van Franstalige stemmen 25% haalt.
De conclusies van analyses kunnen niet altijd zijn wat men zou wensen. Ik zou heel graag zeggen dat Vlaanderen massaal de trado’s heeft afgestraft voor hun besturen zonder Vlaamse meerderheid met een belastingregering onder leiding van een Waal, en dus veel meer dan vroeger Vlaamsnationaal gestemd heeft. Maar de cijfers spreken dit tegen. De NVA heeft in Vlaanderen een enorme overwinning geboekt, daar valt niets op af te dingen, en op Vlaams niveau de trado’s een nederlaag toegebracht, want zij verliezen 7 zetels; een Vlaamse regering geleid door en rond de NVA zou dus logisch zijn. Maar op federaal vlak is er helaas geen afstraffing van de regering Di Rupo. De poging van N-VA, om het communautaire in de koelkast te stoppen en met een sociaal-economisch discours de kiezers van CD&V en VLD te verleiden is dus merkwaardig genoeg wel gelukt op Vlaams niveau, maar mislukt op federaal niveau.
De vraag die ik mij daarbij stel is of CD&V, VLD en SP.a stilaan niet teruggevallen zijn op de hondstrouwe aanhang die geleverd wordt door zuil, vakbond en mutualiteit: de honderdduizenden mensen die ooit een job, een job voor een familielid of kennis, een uitkering, een gunst, een voordeel van welke aard ook te danken hebben aan dat reusachtige netwerk van dienstbetoon en beïnvloeding, dat opereert van in de kindercréche tot in het bejaardentehuis. Het was opmerkelijk, hoe de SP.a blijkbaar niet zonder succes de voorbije weken openlijk de banden met mutualiteit en vakbond heeft aangehaald. Is het nog wel realistisch te denken, dat de Vlaamsnationalisten grote massa’s mensen bij de trado’s kunnen weghalen, zonder ook een vorm van eigen zuil uit te bouwen? Die vraag is al in de jaren ’60 gesteld, bij de eerste successen van de Volksunie, en heeft o.a. geleid tot de succesvolle uitbouw van het Vlaams&Neutraal Ziekenfonds (waarvan u uiteraard al lid bent). Ik ben ervan overtuigd dat het Vlaamsnationalisme, om verder te kunnen groeien, aan haar electorale bovenbouw ook een maatschappelijke onderbouw moet geven door werk te maken van de uitbouw van de eigen Vlaamse vakbond (waarvan u uiteraard al lid bent) en eigen Vlaamse mediakanalen. Maar dat is een ander verhaal…
BDW heeft m.i. de trado’s een groot cadeau gedaan door zich te beperken tot sociaal economische thema’s. Pensioenen, index, werkloosheidsuitkeringen enz…
Dit gaf de trado’s de kans om veel gewone volksmensen angst aan te jagen voor de asociale N-VA en dit is m.i. één van de hoofdredenen voor het standhouden van deze trado’s.
In de ganse campagne heb ik geen woord gehoord over de transfers, illegalen-invasie, over het gesjoemel van de mafiabaas van oostende, over Arcopar enz…..
Daarnaast was er het “Maggie-effect ” dat m.i. de VLD van de ondergang heeft gered. De perceptie is namelijk dat deze dame eigenhandig het vreemdelingen probleem heeft opgelost (wat natuurlijk helemaal niet klopt).
Ook zal de dood van opper-prutser Dehaene mogelijk wat extra stemmetjes voor CD&V hebben opgeleverd. Of hoe deze kwakzalver zelfs na zijn dood slecht was voor Vlaanderen.
***
Met de conclusie van het artikel van Rob kan ik akkoord gaan; een eigen Vlaamse zuil is wenselijk.
Ook goed zou zijn dat de N-VA zich meer richt op de kiezers van de trado’s i.p.v de kiezers van LDD en VB.
VB dient zich m.i. meer te richten op de gewone volksmensen met een centrum-links economisch programma en een rechts maatschappelijk programma.
De meer liberale kiezers zijn toch weg naar N-VA en zullen heus niet snel meer terugkomen.