In de jaren ’80 manifesteerde zich een relatief nieuwe politieke stroming in Frankrijk, het rechtsnationalisme. Jean-Marie Le Pen had de perceptie een nieuw politiek figuur te zijn. Verschillende klassieke rechtse stromingen werden vernieuwd conform nieuw-rechtse thesen met als speerpunten: fiscalisme, corruptie, veiligheid, immigratie, werkloosheid. Een nieuwe stijl van propaganda deed zijn intrede: brutale provocatie, directe actie en campagnetechnieken, afgekeken van Amerikaanse dominees.

Als het regent in Frankrijk…

De burgerlijke rechterzijde reageerde star en liet zich door de linkerzijde verleiden tot een cordon sanitaire, waardoor men ofwel de macht van verenigd links moest ondergaan, ofwel de macht moest delen met centrumlinks. De facto waren er voor de rechtse kiezer dus twee partijen: enerzijds FN, anderzijds de rest. FN boekte de ene na de andere verkiezingsoverwinning, maar kon electorale macht moeilijk omzetten in politieke macht door dat cordon sanitaire.

Een belangrijke fractie van het FN besloot minder provocatief, maar even radicaal uit de hoek te komen, en via het lokale niveau het cordon te ondermijnen. Dat lukte succesvol bij de lokale (1995) en vooral de regionale verkiezingen (1997). De politiek-correcte krachten binnen de burgerlijk-rechtse partijen konden het cordon redden, mits uitsluiting van mandatarissen, de provocatieve krachten in het FN maakten elke toenadering opnieuw onmogelijk. Niet het cordon barstte, wel het FN, dat 2/3 van zijn kaders en leden zag vertrekken. In 2002 haalde Jean-Marie Le Pen miraculeuzerwijs de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, die vervolgens een totaal fiasco werden. Zeg maar, een overwinningsnederlaag.

De FN-kiezer had begrepen dat het FN niet voor de gewenste verandering zou zorgen en dus politiek ineffectief was. Nicholas Sarközy doorbrak vervolgens de starheid van de burgerlijk-rechtse partijen. Door complexloos de thema’s van het FN te bespelen met een hyperdynamische campagne belichaamde hij de mogelijkheid tot verandering waar die FN-kiezer zo op hoopte. Het FN zakte in 2007 onder de kiesdrempel.

Er was echter een lichtpunt. Een nieuw figuur, Marine Le Pen, haalde in een zorgvuldig geselecteerd provinciestadje Hénin-Beaumont, met nieuwe thema’s (anti-mondialisme) en nieuwe technieken (geen provocatie, maar normalisering, zelfs ‘banalisering’) een resultaat dat het FN in leven hield. Sarközy bleek uit loze beloftes te bestaan, en FN haalde bij de recente verkiezingen (2012) opnieuw 18% van de stemmen. Burgerlijk-rechts betaalde de prijs voor zijn eigen falen en het FN buitte dit optimaal uit. Niet in de grote steden scoorde het FN, maar vooral in suburbia, de provinciesteden en de landelijke gemeenten. Jean-Marie Le Pen speelt nog steeds een waardevolle rol in het FN, zij het van op de achtergrond.

… druppelt het in Vlaanderen

De gelijkenis met de Vlaamse partijpolitieke situatie is uitermate treffend. Karel Dillen toonde authentiek politiek leiderschap door de deur open te doen voor een jonge garde (Vanhecke, Dewinter, Annemans, etc.), die met dezelfde nieuwe thema’s als in Frankrijk en gelijkaardige provocatieve technieken de polarisatie tot stand bracht. Uiteindelijk zou het VB op 24% pieken in 2004. Ook hier bleken interne en externe krachten te bestaan die de doorbraak naar de reële politieke macht tegenhielden. Net zoals in FN barstte een conflict hierover los. Net zoals FN recupereerde burgerlijk-rechts dit gigantisch reservoir aan stemmen pas nadat een zoveelste verkiezingsoverwinning niets opleverde, nadat intern geruzie ontstaan was bij VB, en nadat met De Wever iemand gevonden werd die de thema’s van het VB complexloos bespeelde, en de perceptie van verandering voor de rechtse kiezer kon belichamen.

Het VB is (nog) niet onder de kiesdrempel gezakt, heeft ook geen zwaartepunttactiek zoals in Hénin-Beaumont gevoerd waarbij een lichtpunt in de electorale duisternis gecreëerd werd, maar heeft daarentegen alles ingezet op de oude, provocatieve, stedelijke, Antwerpse tactiek waarbij de volledige partijtop (Annemans, Dewinter, Valkeniers, Van dermeersch) glansrijk de boot in ging. Dit illustreert een tunnelvisie waarbij elke vorige electorale nederlaag (2007: 19%, 2009: 15%, 2010: 12%, 2012: 9%) niet aangegrepen werd om fundamenteel te analyseren en flexibel tactisch op te reageren.

Quid VB?

Het is niet zinvol interne (partijtop, conflicten) of externe (media, N-VA) schuldigen voor deze opeenvolgende nederlagen aan te wijzen, maar wel de context te begrijpen waardoor deze tunnelvisie ontstaan is, deze te remediëren en oplossingen te formuleren.

De fundamentele thema’s waarop het Vlaams Belang kapitaliseerde zijn nog steeds maatschappelijk relevant. Er is geen fundamenteel strategisch probleem voor die partij. Alleen herkent de kiezer zich niet langer in die partij, zijn stijl, zijn verkozenen, zijn methoden. Kortom, VB biedt te weinig meerwaarde en is politiek ineffectief. Dus kiest dit electoraat voor een gepercipieerd beter alternatief, N-VA. Dit heeft het strategisch voordeel dat de centrale thema’s van het VB in het middelpunt van de politiek komen te staan. De oude electoralistische logica (meer kiezers = meer verkozenen = meer politieke macht) is voor het VB ongeldig in deze. De politieke invloed, en dus de meerwaarde die het VB voor zijn klanten-kiezers kan bieden, wordt bepaald door zijn relatieve sterkte tov directe concurrenten zoals N-VA.

Immers, het strategisch doel van N-VA is al jaren de onderhandeling van gemeenschap-tot-gemeenschap met een zo sterk mogelijke inbreng vorm te kunnen geven. Die partij is daar tactisch flexibel mee omgesprongen. Eerst afzonderlijk en politiek correct, wat tot een fiasco leidde in 2004. Vervolgens succesvol in kartel: 2006, 2007. Tenslotte, met steeds groeiend succes afzonderlijk naar de kiezer (2009, 2010). 2014 is dan ook het uur van de waarheid voor N-VA. Ze zal als dominante politieke machtspartij de verandering moeten vormgeven. Ze zal dat kunnen doen met de Belgische machtspartijen (CD&V, VLD, SP.A, Groen) of met VB.

De enige doelstelling van het VB voor 2014 moet dan ook zijn in alle parlementen vertegenwoordigd te blijven, en geaggregeerd een theoretische meerderheid kunnen vormen met N-VA. Een dubbele tactische positie is hierbij nodig: primo door banalisering een facilitator kunnen zijn voor de ‘grote verandering’, secundo een stok achter de deur blijven mocht N-VA, door samenwerking met de Belgische machtspartijen, falen in zijn opzet. Het eerste biedt een perspectief op politieke meerwaarde aangezien VB nodig is om dingen in beweging te zetten, precies vanuit zijn nog relatieve sterkte, het tweede biedt een perspectief op electorale meerwaarde.

N-VA beseft dit ook. In Antwerpen is men met de klassieke partijen een meerderheid zonder de socialisten in de steigers aan het zetten. Iets waar het VB nooit in geslaagd is. De kiezer zal N-VA, door dergelijke tactische overwinningen, minstens het voordeel van de twijfel geven in de aanloop naar 2014. Zelfs lang na 2014 kan, Obama-gewijs, de schijn opgehouden worden dat het werk nog niet af is. Als N-VA faalt in 2014 boekt het VB geen politieke overwinning en is enkel de premisse voor electorale winst gerealiseerd, maar dat is helemaal geen garantie. Om te oogsten, moet men eerst zaaien. Hoe het VB zich in 2014 positioneert en vernieuwt, zal het succes van het VB na 2014 definiëren. Moet men daar na 2014 nog aan beginnen, dan zal men onvermijdelijk kansen missen en opportuniteiten niet afdoend kunnen benutten.

Plan van aanpak

Vlaams Belang heeft wel fundamentele tactische problemen. Deze situeren zich op drie kritische niveau’s: mensen – methoden – thema’s.

Mensen. Sinds 2004 veroudert het VB-ledenbestand. Er is onvoldoende nieuwe aanwas, zowel van kiezers, leden als kaders. A fortiori, er is recentelijk een uitstroom bezig (Vanhecke, Van Overmeire, Ceder, etc.). Er is geen ‘vrouw’, ‘jongere’ of andere cosmetische vernieuwing nodig om veronderstelde marktsegmenten aan te spreken, er zijn mensen nodig die de vernieuwing belichamen, zowel naar de interne structuren als naar de externe klanten toe, die de verpersoonlijking van een verhaal zijn. 2014 geeft een uitstekende mogelijkheid deze beweging in te zetten. De verkiezingen voor het Vlaams en Federaal parlement vallen samen, waardoor in de perceptie van de kiezer, dit dezelfde verkiezingen zijn. De resultaten zullen immers sterk correleren. Per kiesomschrijving kan men dus de lijsttrekker van één der lijsten naar voor schuiven als het gezicht van beide verkiezingen. Beide lijsttrekkers zitten op een tandem per kiesomschrijving. Net zoals op een lijst er een lijstduwer en lijsttrekker zijn, kan één der beide lijsttrekkers vooraan of achteraan de tandem plaats nemen. Welke plaats de oude getrouwe en de nieuwe kandidaat moeten innemen is hierbij niet van belang, zolang ze maar op dezelfde tandem zitten.

Methoden. Politieke partijen ontsnappen niet aan de wetten van de organisatiesociologie. Jonge, levenskrachtige organisaties vernieuwen en expanderen, oude, stabiliteits- en traditiegeoriënteerde organisaties imploderen finaal. Ze werken immers in een zeer dynamische omgeving waar de beschikbare middelen en klanten zeer wisselend kunnen zijn. Innovatie, eerder dan stabiliteit is voor dergelijke organisaties dan ook zeer belangrijk. De interne processen moeten flexibel op die wisselende omgeving kunnen reageren. Het financieel beleid moet verder dan de komende verkiezing georganiseerd worden om de stabiliteit te kunnen garanderen.

Waar het VB in de jaren ’90 vernieuwend tewerk ging (als eerste een website, als eerste lokale bladen, etc.), is dit heden niet meer het geval. Dit komt omdat het partijbestuur zowel het strategisch, tactisch als operationeel niveau vormde, terwijl dit verlamd werd door interne conflicten. Een organisatie die het met minder middelen zal moeten doen, moet inzetten of de drie E’s (economie/zuinigheid, efficiëntie, effectiviteit). De beweging van New Public Management (instrumentarium COSO, Balanced Scorecard, etc.) die afgetoetst is in allerhande overheden en social profitorganisaties biedt voldoende kapstokken. Van een machtsgeoriënteerde, traditie- en proceduregerichte organisatie, naar een transparante, performante, innovatieve, competentiegerichte organisatie. Hiervoor is steun van het (politiek) topmanagement en expertise nodig. De organisatie als dienstverlener van het politiek bestuur.

Thema’s. Vlaams Belang was vroeger een integraal-nationalistische partij. De electoralistische tactiek die leidde tot 24% in 2004 had ook een keerzijde, er werden mensen aangetrokken om electorale segmenten te bedienen, maar niet om een nationalistische boodschap naar deze segmenten over te brengen. Integendeel vertegenwoordigden dezen de opinies van die segmenten in een nationalistische partij. Neoconservatisme en neoliberalisme zijn niet in een nationalistische en conservatieve doctrine te plaatsen, wat voor incoherentie en finaal voor verdeeldheid en ongeloofwaardigheid zorgde. Uiteraard ligt Jan Modaal niet wakker van ideologische haarklieverij. Maar men moet wel een coherent verhaal kunnen brengen.

Minstens in de perceptie is het VB-programma veranderd van een positief identiteitsverhaal naar een negatief identiteitsverhaal. Vroeger plaatste het VB de politieke en economische emancipatie van een etnoculturele gemeenschap naast deze van andere volkeren, nu vormt de weerstand tegen de identiteitsbeleving van andere volkeren een motor om de eigen identiteit aan te ontlenen. Van remigratie naar assimilatie. Van het ondersteunen van het eigen moreel kader (vb: gezinspolitiek) naar een anti-islamisme. Van politiek als veruitwendiging van cultuur, naar cultuur als veruitwendiging van politiek. Tegenover een achtergrond van de mondialisering van politieke, economische en sociale problemen, kan de cultuurgemeenschap verenigd in de natie echter een blijvend waardevol kader scheppen om het politiek, economisch en sociaal leven vorm te geven. Dat is een coherent verhaal, dat complementair is. De vrijheidsgedachte die uit dit democratiserend nationalisme vloeit is op tal van maatschappelijke problemen toepasbaar. Kern hierbij is de mondialisering die onze culturele identiteit ondermijnt, onze economische rendabiliteit uitholt, onze politieke soevereiniteit en democratische legitimiteit vernietigt.

Besluit

Wie voorzitter wordt, is een discussie die niet zo relevant is. Wat die voorzitter met zijn partijbestuur gaat doen, dat is relevanter. Dat zal niets anders dan een totale hervorming van die partij moeten inhouden. Is het leiderschap aanwezig om dat mogelijk te maken? Is de visie aanwezig om naar de toekomst te kijken en nieuwe paden naar de Blue Ocean te vinden? Is de wil aanwezig om zichzelf geloofwaardig te herdefiniëren? De wijze waarop een Egbert Lachaert, mondig, spits en geloofwaardig zijn kandidatuur verdedigt bij VLD, die overigens met dezelfde inhoudelijke en structurele problemen te maken heeft als VB, is meer dan lovenswaardig. Voor eens kunnen die liberalen wel een toonbeeld zijn van hoe het moet, of, hopelijk voor hun concurrenten, hoe het niet moet. Mutatis mutandis…

Dit nieuws alleen dankzij jouw steun!

Help ons de leugens van de main stream media (MSM) te doorbreken. Geef ons 5 euro – of meer!

€ 5,00

13 reacties op “Omtrent de voorzittersverkiezingen bij het Vlaams Belang”

  1. Er ontbreken in het rijtje nog 2 punten die van uitzonderlijk belang zijn:
    – een duidelijke interne deontologie: wat kan en wat kan niet, welke communicaties kunnen en welke niet, concrete richtlijnen rond gebruik van nieuwe media (geen provocatieve of idiote twitter en facebook-berichten die als een boomerang terugkeren) enz. Maar vooraleer daartoe te komen, moet er ook duidelijkheid zijn over een leiding die zulke dingen kan uitwerken, aansturen, beheersen en in de hand houden. Zolang het een krabbenmand blijft met ondermeer enkele ongeleide projectielen, zal het op niets uitdraaien
    – militantisme: terug de straat op gaan en rechtstreeks contact zoeken met potentiële kiezers, netwerken opzetten en onderhouden, concrete plaatselijke thema’s uitwerken en bespelen, op regelmatige tijstippen zelf propaganda voeren ipv via verdeelfirma’s, Maw: het straatbeeld beheersen.

    1. Uiteraard. Dat valt echter onder methoden. Bedrijfmatig evolueren naar eem moderne social profitorganisatie.

  2. Deze analyse is er eentje die de partijpolitiek op een nuchtere, neutrale en rationale manier benadert. Het Vlaams Belang wordt hier niet aangevallen (noch vanbinnen, noch vanbuiten), integendeel, het schept een beeld van de manier waarop de partij terug naar nieuwe overwinningen kan geleid worden. Iets waar 70% van de lezers van Rechts Actueel naar mijn bescheiden mening kunnen achterstaan.

    De auteur is overigens geen lid van het Vlaams Belang, maar is wel bezorgd om de toekomst van de énige rechtlijnige nationalistische partij, die als middel ons doel moet bereiken! Wie hier een ‘zoveelste’ interne aanval in ziet, is ter kwader trouw.

  3. Wie denkt dat de NVA een zinvol alternatief is voor het VB, die lijdt pas aan tunnelvisie! Voor een confederaal België, voor een sterkere EU, voor toetreding van Turkije tot die EU, voor de verdere subsidiëring van de islam, en intussen huiverend voor NSV’ers en de overbodige Vlaamse beweging. Fraaie partij, voorwaar… .
    Wie de nieuwe voorzitter ook moge worden: het is belangrijke dat hij het juiste spoor blijft aanhouden, en niet buigt voor salonfähigen die willen verruimen enkel om te verruimen, en die het één en ander willen afzwakken om een NVA-light te worden.

    1. De klanten percipieren n-va als een geschikt alternatief. Door ze idioten te noemen haal je die niet terug. Het aantal kiezers daalt, een kpi die aanstipt dat er iets niet goed zit met wat en hoje iets verkoopt. Dat erkennen is de eerste stap om oplossingen te bedenken.

      1. Remi Schillewaert

        Wie noemt de N-VA-ers idioten?# De vlottende massa is blijkbaar tegen de ‘Belgische onrechtvaardigheid’ en koos voor het VB. Dat succes was onvoldoende voor verandering, o.m. door het cordon en media-laster. Dan koos die massa voor het kartel. Ook dat bracht niets op. Daarna voor de N-VA, ondanks de negatieve aspecten die Stijn heeft opgesomd. De Belgisch-nationalisten breken nu de N-VA af. Wat nu? # Zolang de gewone man niet inziet dat de drie kliëntenpartijen anti-Vlaamse, belgicistische partijen zijn, zal er weinig veranderen, tenzij de transfers, die alweer gegroeid zijn.

  4. Schitterende bijdrage. Hopelijk van iemand die aktief is binnen de partij en met andere mensen mee voor de ommekeer zal zorgen.

  5. Een zeer interessant artikel, al ben ik niet zeker dat ik de terminologie volledig begrijp. Zo is het mij niet meteen duidelijk wat bedoeld wordt met de uitdrukking “van remigratie naar assimilatie”. Is het de bedoeling dat wij de moslimimmgranten tot brave Vlamingen omvormen? Ik vrees dat dit nooit zal lukken. Dit gezegd zijnde lijdt het Vlaams Belang volgens mij inderdaad aan tunnelvisie in twee domeinen:
    Cultureel
    Voor Karel Dillen was rechts: “het vechten voor waarden die dreigen verloren te gaan. Het was het besef te behoren tot een volk, een Europese cultuur waaruit een economische gemeenschap volgt. Rechts was respect voor het leven, in de brede betekenis, respect voor ieder individu.” Voor mij is onze Europese cultuur vooral geschraagd door het Christendom. Onder de periode van mijnheer Dillen was dit christelijke aspect veel sterker aanwezig dan nu, al is de huidige voorzitter dan ook nog praktiserend katholiek. Het culturele engagement van het Vlaams Belang is in dit geval inderdaad verengd tot een louter gevecht tegen de islam en het gevecht voor onze eigen waarden is sterk achterop gebleven. Dat is een verschraling, al mag de islam hier bij ons wel degelijk bestreden worden.

    Politiek
    Uit de geschiedenis van Karel Dillen blijkt dat zijn vlaamsgezindheid geïnspireerd werd door een Groot – Nederlands ideaal. Het Vlaams belang heeft dit ideaal echter overboord gegooid en opteert nu nog uitsluitend voor een Vlaamse republiek. Volgens mij is dit een blunder van formaat. Men zou ten minste moeten verschillende opties openlaten.

    Overigens ben ik er niet van overtuigd dat het NVA na 2014 lang van zijn succes zal genieten. Het blijft nu bijzonder vaag over zijn eindobjectief. Met uitdrukkingen als “België zal verdampen” gooit men de mensen zand in de ogen. Vroeg of laat zal het NVA klaar en duidelijk moeten zeggen wat het wil: separatisme, of confederalisme. In het eerste geval zal het terug kiezers verliezen aan de CD&V en VLD. In het tweede geval is de kans groot dat de authentieke separatisten terugkeren naar het VB.

  6. Wat de analyse betreft denkt iedereen wat hij of zij wil maar er zit een aantal fouten in de redeneringen over het Front National. Het Front National matigde zijn toon niet in 1995 maar kon volop profiteren van de verdeeldheid op rechts om zich aan het ‘Front Républicaine’ te houden en op te roepen om voor links te stemmen (iets wat in 2012 ook gebeurde). Burgemeestersverkiezingen – en daaraan gekoppelde raadsverkiezingen – verlopen anders dan hier en dus was het resultaat daarvan veel ingrijpender.

    Hénin-Beaumont is niet zorgvuldig gekozen: Steeve Briois (eerst FN, dan MNR en dan terug FN) bouwt daar al bijna 20 jaar aan zijn opmars door hevige campagnes (rechtszaken,…) tegen het lokale en corrupte PS-bestuur en bleek de enige stad van enige betekenis waar het FN vooruitgang boekte. Marine Le Pen is dan naar daar vertrokken om de stad verder uit te bouwen en de stad nationaal politiek belangrijk te maken. Iets waar sommigen met twee voeten zijn ingelopen maar net als in 1995 wist het FN in de stad in de volle aandacht (toen Vitrolles) geen prijs te halen maar wel elders (toen Toulon, Orange en Marignane).

    Het resultaat van het FN varieert van streek tot streek. Het oude FN deed het bijvoorbeeld nooit schitterend in Parijs of Rijsel. Wel altijd in Marseille en omgeving.

    De analyse dat de tweede ronde van Le Pen een fiasco werd durf ik ook betwisten. Het FN haalde toen een resultaat van de stemmen van het FN, de MNR en één miljoen extra stemmen ondanks een enorme tegencampagne.

    En er blijft de eeuwige vaststelling dat het niet is omdat een bepaald recept het doet in één land dat per definitie ook in een ander land doet. Franse politiek blijft Franse politiek.

    1. Le Figaro, 23-11-2012.

      “Ceux-ci accusent le fondateur du FN de se complaire dans des provocations stériles et de ne pas ambitionner d’accéder au pouvoir en recherchant des alliances avec le RPR et l’UDF.”

      http://www.lefigaro.fr/politique/2012/11/23/01002-20121123ARTFIG00612-scission-d-un-parti-le-precedent-du-fn.php

  7. Wat een slecht artikel. Niet gebaseerd op feiten maar op aannames.

    1. Schitterende analyse.Hopelijk vind men de juiste voorzitter.
      Met de oude garde zal het zeker niet lukken.

    2. Evidence based management is uiteraard aan te bevelen. Daar heb ik de tijd en de middelen niet voor. Wachten op post-electoraal onderzoek om de assumpties te toetsen dus.

Trending

Ontdek meer van ReactNieuws

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontdek meer van ReactNieuws

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Continue reading