Wie de slechtste film van de voorbije decennia heeft gezien, de film “Kingdom of Heaven” van Ridley Scott uit 2005, weet welke verzameling domheden en historische fouten door de politiek-correcte kerk over de kruistochten wordt verteld. Dit uitstekende artikel verscheen eerst op http://tinyurl.com/7a2gjoz van de hand van Giuseppe Nardi en werd vertaald uit het Duits door E.J. Bron en gepubliceerd op www.ejbron.wordpress.com.
Wie de film “Kingdom of Heaven” van Ridley Scott uit 2005 heeft gezien, weet, wat hij over de kruistochten moet weten. Tenminste datgene, wat sinds de Verlichting het Westen vindt wat men m.b.t. dit thema moet denken:
■De kruisvaarders waren wild en wreed, de moslims gecultiveerd en tolerant;
■De Europese imperialisten overvielen vreedzame moslims;
■Saladin was een gentleman en de kruisridders schurken;
■Sindsdien haten de moslims ons met goede redenen.
Deze ophoping van domheden is weliswaar allang weerlegd, maar net als onkruid moeilijk uit te roeien, net zoals alles wat tot de canon van diegenen behoort, die op dat moment de culturele hegemonie uitoefenen. Dat was voor de katholieke priester Don Giorgio Fedalto aanleiding om een weerlegging in boekvorm te produceren. Zo beknopt mogelijk zegt hij daarin, dat in plaats van het bovengenoemde lijstje precies het tegendeel juist is. Van achteren naar voren betekent dit bijvoorbeeld, dat de moslims zich pas met de kruistochten als zodanig bezig hielden, toen deze hierop door het Westen aan het einde van de 19e eeuw attent werden gemaakt. Door de Arabische tijdgenoten uit de late 11e tot de 13e eeuw werden de kruistochten in grote delen van de islamitische wereld zelfs niet eens waargenomen. De periodieke tochten van de christenen, wier oorlogszuchtige twisten naar verhouding korte fases bleven, werden door de moslims als “logisch” beschouwd. De christenen probeerden te heroveren wat men hen had ontfutseld. Vooral echter, omdat de moslims de kruistochten als machtspolitieke aanval op hun eigendommen beschouwden, maar niet als aanval op de islam als zodanig.
De islamitische onderdanen van de kruisvaarderstaten in het huidige Israël, Palestina, Syrië, Libanon en Turkije waren integendeel zelfs opgelucht, omdat de christelijke heersers geen dhimmi´s van hen maakten, zoals de islamitische heersers dit heel vanzelfsprekend met de christenen en Joden deden. In de Latijnse staten, waarboven het kruis werd opgericht, heerste bovendien een duidelijk geringere belastingdruk dan in de omringende islamitische gebieden, wat door de islamitische onderdanen wel degelijk als positief werd opgevat.
“Voor veel Arabieren waren de kruistochten vooral aanvallen op de gehate Turken”, zoals de katholieke publicist Rino Cammilleri schreef, die in die fase onder de naam Seltsjoeken de geschiedenis ingingen. Pas met het optreden van de Seltsjoeken (Slag bij Manzikert in 1071) en hun bloedbaden op de pelgrims naar het Heilige Land kwam het tot de kruistochten. Geostrategisch gezien waren de kruistochten geenszins zo “overbodig” als tegenwoordig graag wordt voorgesteld. Ze konden de Turkse expansiedrang 200 jaar tegenhouden, voordat deze in de 14e eeuw naar Europa kon overslaan en leidde tot een eeuwenlange Europese verdedigingsstrijd. Pas in 1683 konden de christenen voor Wenen de Turkse opmars tot staan brengen. Het zou nogmaals 200 jaar duren, totdat de Grieken en andere christelijke Balkanvolkeren opnieuw hun onderwerping onder het islamitische dhimmi-systeem van zich af konden schudden.
Van de romantische idealisering van Saladin raakte zelfs de Duitse keizer Wilhelm II. in de ban, die op het graf van de sultan een bronzen lauwerkrans neerlegde, die Lawrence van Arabië, om even bij de idealisering te blijven, overigens liet verwijderen omdat de Arabieren vijanden van het Ottomaanse rijk waren. Laten we dus eens kijken naar de ook in de film van Ridley Scott voorkomende Slag bij Hattin. Saladin´s secretaris, Imad ad-Din beschreef het lot van de na de nederlaag gevangen genomen kruisridders van de Orde van de Tempeliers en de Johannieters: “Hij (Saladin) gaf bevel om ze allemaal te onthoofden. Hij gaf er de voorkeur aan hen te doden i.p.v. tot slaaf te maken. Bij hem bevond zich een hele schare geleerden en soefi´s en meerdere vrome en ascetische mannen: ze verzochten hem allemaal om in ieder geval eentje van hen te mogen vermoorden.” Saladin stond dit “privilege” graag toe. Anders dan in de film wordt voorgesteld, gaf Saladin geen vrije aftocht aan de christelijke bewoners van Jeruzalem, maar verkocht de helft als slaven, dat betekent iedereen, die het door hem geëiste losgeld niet kon betalen.

Ook de gebruikelijke voorstellingen van de 4e kruistocht, die niet naar het Heilige Land, maar tot de verovering van Constantinopel leidde, werden door Don Fedalto onderzocht. Hij toont aan, dat het Byzantijnse Rijk sinds het begin van de kruistochten een weinig loyale houding tegenover de kruistochten innam en deze zelfs meerdere keren verried. Dit, hoewel er tegelijkertijd constant vanuit Constantinopel hulp aan het christelijke Westen werd gevraagd. De Oost-Romeinse keizer Isaac II. sloot zelfs een bondgenootschap met Saladin tegen de kruisridders, die bijdroeg aan de val van Jeruzalem. En daarna volgde er opnieuw een roep om hulp uit Constantinopel en weer vertrokken de katholieke ridders naar de Oriënt en weer werden ze opnieuw verraden. Daaruit concludeerden ze, dat de enige manier was om deze dolkstoten in het vervolg te verhinderen een van de hunnen als keizer in Constantinopel in te zetten Een andere te demonteren “zwarte legende” is het bloedbad, dat door Godfried van Bouillon tijdens de 1e kruistocht na de inname van Jeruzalem met zijn ridders werd aangericht. Men zou in ieder geval van de orde van grootte op de hoogte moeten zijn. Het islamitische Jeruzalem telde destijds ongeveer 10.000 inwoners. Van hen kwamen in het kader van de verovering respectievelijk bevrijding van Jeruzalem, zoals de kruisvaarders deze beschouwden, ongeveer 2000 om het leven. Getalsmatig staat dat niet in verhouding tot de willekeurige slachtingen, zoals deze door de moslims, in het bijzonder door Baibar I. en zijn Mamelukken op de christenen werden gepleegd en die het einde van de Latijnse landen in de Oriënt bezegelden. Slachtingen, die bovendien plaatsvonden onder woordbreuk. De christelijke onderhandelaars werden onthoofd, de monniken op de berg Karmel (Karmelieten) werden allemaal vermoord.

De afschuwelijke lijst zou nog veel langer gemaakt kunnen worden. Daartoe behoort ook Antiochië, de ooit bloeiende stad van de christenheid, waarvan de eerste gemeente geleid werd door de apostel Barnabas en waar de aanhangers van Jezus van Nazareth de naam “christenen” kregen. De “meest gruwelijke slachting van de hele kruistochtenperiode” was de verovering van Antiochië door Baibar (40.000 doden, 100.000 in slavernij). Wat echter weten westerse historici hierover te vertellen? Steven Runciman besteedt er acht zinnen aan, Hans Eberhardt Mayer één enkele zin, Christopher Tyerman, die vele pagina´s besteedt aan de details van de slachting van Jeruzalem tijdens de 1e kruistocht, komt echter maar tot vier woorden over de veel grotere slachting van Antiochië, Karen Armstrong brengt het tot twaalf woorden en zelfs dan lukt het haar nog om de kruisridders hiervan de schuld in de schoenen te schuiven, want, aldus Armstrong, het zou per slot van rekening hun “bedreiging” geweest zijn die pas de “nieuwe islam” zou hebben gecreëerd.
Waarom mislukten de kruistochten? Ten eerste moet je je voorstellen, dat de kruisvaarderstaten net zo lang bestonden als de huidige Verenigde Staten. Het behoud van deze landen kostte echter zoveel belastinggeld, dat Europa doodbloedde. In een vijandige omgeving, duizenden kilometers verwijderd van huis, vereiste de onderneming een voortdurende aanvoer van mensen en materieel, die op den duur niet was op te brengen. Het geloof, schrijft Don Fedalto, maakte enorme prestaties mogelijk en liet de grootste offers brengen. Toen echter een heilige zoals koning Lodewijk IX. twee goed voorbereide kruistochten verloor, tijdens de eerste gevangen werd genomen en tijdens de tweede stierf, vroegen de christenen zich af of God het echt wilde dat zij er in deze vorm op uit trokken of dat het wellicht beter zou zijn de heilige plaatsen aan hun lot over te laten. De woorden van de stervende koning: “We zullen Jeruzalem binnentrekken” werden voor hem in metafysische zin waar met zijn intocht in het hemelse Jeruzalem.
Rest er nog één vraag onderzocht te worden, maar er is veel voor te zeggen, dat het aan de kruistochten ten grondslag liggende idee van een “heilige oorlog”, die het christendom eigenlijk vreemd is, omdat het veelmeer de zelfverdediging kent, vanuit Spanje werd geïmporteerd. Daar vochten de christenen sinds 711 in de Reconquista tegen de moslims. Daarbij leerden ze van hun vijanden het enorm veel effect sorterende idee van de Jihad kennen en probeerden dit voor hun zaak in te zetten.
Bron: http://tinyurl.com/7a2gjoz Auteur: Giuseppe Nardi Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron (www.ejbron.wordpress.com)
Ik denk dat van beide kanten uit hier schromelijk de waarheid wordt verkracht , verdraaid, belogen en bedrogen, voor de eigen kar gespannen. Geschiedenis is immers geen objectieve wetenschap maar een subjectieve literatuur ten dienste van een bepaalde ideologie. Ik denk niet dat beide kanten elkaar lessen hebben moeten geven in wreedheid, barbaarsheid en moordzucht en zeker ook niet in “gentlemanship”. Zou men zich niet beter concentreren op de huidige toestand, die op het gebied van barbaarsheid en oorlogszucht nog altijd precies dezelfde is gebleven. Ik voel mij echt ontgoocheld dat ideologen-roamanschrijvers zoals die Nardi het aandurven om zonder een spier van hun gelaat te vertrekken hun fantasiën voor waarheid aan de man te brengen. Zouden wij ons vandaag, zonder meer tijdsverlies, niet beter buigen over de verantwoordelijkheids vraag voor de huidige graaicrisis en daarover verontwaardigd zijn?
Multikul propaganda is alom tegenwoordig in de media en amusementsindustrie. In een kitsch-spektakel als die Hollywood film, maar ook op soap-niveau. Denk s aan THUIS op de Vlaamse teevee: alle Vlamingen hoeren en boeren, zuipen, gaan vreemd en bedriegen elkaar, alleen Mo de Marokkaan deed daar nooit aan mee, dat was een heilige die altijd als eerste klaar stond om vlijtig te gaan werken.